De Harry Potter boeken:
1. Harry Potter en de steen der wijzen
Engelse/Originele titel: Harry Potter and the Philosopher stone.
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 1998
Pagina's: 232
Verhaal:
Heer Voldemort, een grote duistere tovenaar, heeft het (om een dan nog onbekende reden) gemunt op Harry Potter. Hij vermoordt diens ouders James en Lily door middel van de Vloek des Doods en komt uiteindelijk oog in oog te staan met hun éénjarig zoontje Harry. Hij zou hem, net zoals zijn ouders, op een brutale manier om het leven brengen. Maar op het ogenblik dat Voldemort de spreuk uitvoert, gebeurt er iets totaal onverwachts: Voldemorts vloek kaatst terug en zijn gehele lichaam wordt gereduceerd tot een schim. De krachteloze tovenaar weet nog te vluchten en Harry Potter blijft als enige ongedeerd. Het enige wat hij overhoudt aan deze aanslag is een litteken op zijn voorhoofd, in de vorm van een bliksemschicht.
Het huis van de Potters wordt door de teruggekaatste toverspreuk van Voldemort in puin gelegd. Een reusachtige man, Rubeus Hagrid genaamd, haalt even later in opdracht van Albus Perkamentus (het schoolhoofd van Zweinstein, hogeschool der Toverkunsten) Harry op uit de resten van het huis. Hij brengt hem met behulp van een vliegende motorfiets (geleend van ene Sirius Zwarts) naar Albus Perkamentus en Minerva Anderling, twee tot nog toe onbekende personages. Beiden wachten Hagrid en Harry op in Klein Zanikem in de Ligusterlaan bij nummer 4. Als Hagrid arriveert geven ze Harry in handen van zijn nog enige levende familie: de Duffelingen. Het gezin bestaat uit Herman, Petunia (de zus van Lily) en hun zoontje Dirk. Ze hebben tezamen een enorme afkeer voor de Potters omdat zij anders waren dan zij.
Na tien jaar door zijn oom en tante volledig te zijn genegeerd, verwaarloosd en uitgebuit, wordt Harry op een ochtend wakker in zijn bezemkast onder de trap, die dienst doet als zijn slaapkamer. Hij heeft zich altijd al afgevraagd hoe hij aan dat bliksemvormige litteken op zijn voorhoofd kwam, dat hij al van jongs af aan met zich mee draagt. Volgens de Duffelingen zijn Harry's ouders omgekomen bij een auto-ongeluk en heeft Harry daarin zijn litteken opgelopen. Ze reppen hier echter verder met geen woord over en behandelen hem als een slaaf. Harry komt ook steeds in conflict met zijn dikke, verwende neefje Dirk. Op Dirks verjaardag besluiten de Duffelingen (mèt Harry, want mevrouw Vaals, de oppas, is ziek) een uitstapje te maken naar de dierentuin. Daar komt Harry in contact met een Boa constrictor en al gauw blijkt dat de slang hem kan verstaan en omgekeerd. Harry laat onbewust het glas van het terrarium verdwijnen en helpt hierbij de slang ontsnappen. De chaos is compleet. De Duffelingen zijn woest op hem en hadden gedacht dat na 10 jaar van onderdrukking en verwaarlozing, zijn toverkracht wel verdwenen zou zijn. Niets blijkt minder waar.
Een paar weken na Dirk's verjaardag ontvangt Harry een brief. Voordat hij de brief echter kan lezen, pakt zijn oom hem af. Hij stuurt Harry en Dirk de kamer uit om de brief samen met Petunia te lezen. Hij schrikt en verscheurt de brief meteen, en stuurt Harry naar zijn bezemkast. De volgende ochtend is er opnieuw een brief voor Harry. Oom Herman is hem echter opnieuw te snel af en verbrandt de brief. Al gauw komen er volgende ladingen brieven, opnieuw allemaal voor Harry bedoeld. Oom Herman timmert de brievenbus dicht maar dat mag niet baten want de brieven vinden linksom of rechtsom wel een manier om het huis binnen te dringen. Ze komen zelfs door de schoorsteen gevlogen en oom Herman wordt er haast krankzinnig van. Om de brieven te ontvluchten besluit oom Herman om tijdelijk naar een andere plek te verhuizen met zijn gezin. De meest briefvrije plek blijkt een eilandje met een oud, gehavend hutje erop te zijn, gevestigd in een woeste zee met storm en wind. Volgens oom Herman zal niemand nu nog een brief durven sturen, tot ergernis van Harry die nu toch wel heel benieuwd is wie hem zo dringend wil spreken. Die nacht, wanneer Harry net elf is geworden, dringt er een reusachtige man binnen in het huisje. Het is Hagrid, dezelfde persoon die Harry tien jaar geleden uit het puin van het huis van zijn overleden ouders heeft gehaald en naar de Duffelingen heeft gebracht. Hij komt de mysterieuze brief persoonlijk aan Harry overhandigen. De Duffelingen staan doodsangsten uit en Oom Herman is ook nog eens razend maar Hagrid negeert hen volledig. In de brief wordt Harry door professor Anderling uitgenodigd om naar een toverschool genaamd Zweinstein te gaan. Hagrid vertelt Harry terloops dat hij een tovenaar is en dat zijn ouders niet zijn omgekomen in een auto-ongeval (zoals de Duffelingen altijd beweerd hebben), maar vermoord werden door Heer Voldemort (ook wel Jeweetwel genoemd; omdat de tover-gemeenschap zo bang voor hem is dat niemand zijn naam durft uit te spreken). Hagrid legt ook aan Harry uit dat hij zijn bliksemvormige litteken op zijn voorhoofd aan Voldemort te danken heeft, al weet hij ook niet goed hoe hij het precies heeft opgelopen. Hagrid neemt, na een kleine strijd te hebben geleverd met Oom Herman, Harry mee.
Harry en Hagrid gaan de volgende dag samen Harry's schoolspullen halen aan de Wegisweg, een winkelstraat voor tovenaars in Londen. Bij de tovenaarsbank Goudgrijp komt Harry te weten dat zijn ouders hem een fortuin hebben nagelaten. Hij haalt wat geld voor zijn schoolspullen. Hagrid moet van professor Perkamentus (schoolhoofd van Zweinstein) nog een klusje opknappen en hij opent kluis 713 om daar vervolgens een mysterieus klein pakje uit te halen. Harry wil weten wat het is, maar Hagrid vertelt hem dat dat strikt geheim is.
Harry krijgt van Hagrid een sneeuwuil voor zijn verjaardag. Deze zijn immers heel handig omdat ze post kunnen versturen en bezorgen in de tovenaarswereld. Harry besluit zijn uil Hedwig te noemen, nadat hij in een boek van Geschiedenis van de Toverkunst deze naam toevallig tegenkwam en deze wel mooi vond.
Terwijl Hagrid de sneeuwuil koopt gaat Harry bij Olivander een toverstok kopen. Na verschillende stokken geprobeerd te hebben vindt Olivander uiteindelijk de juiste toverstok voor Harry. Het vreemde is echter dat "Hij Die Niet Genoemd Mag Worden" een toverstok heeft waarin een staartveer van dezelfde Feniks verwerkt zit als in die van Harry. Olivander vertelt hem dit.
Harry's trein naar Zweinstein vertrekt op 1 september van perron 9¾ op King's Cross Station te Londen. Hij wordt door zijn oom en tante naar het station gebracht, en oom Herman lacht Harry uit omdat hij denkt dat perron 9¾ niet bestaat. Hij laat Harry achter op perron negen en tien, en zwaait hem gemeen lachend uit.
Harry kan inderdaad het perron niet vinden en hij vraagt de conducteur om hulp. Harry durft niet letterlijk naar "perron 9¾" te vragen en vraagt daarom van welk perron de Zweinsteinexpres vertrekt. Hier heeft de conducteur nog nooit van gehoord en hij loopt daarom geërgerd weg, ervan overtuigd dat Harry een loopje met hem neemt. Harry loopt verder en ziet een roodharigevrouw met vijf kinderen, vier jongens en een meisje. De jongens duwen allemaal een wagentje met veel bagage, waaronder ook uilen. Hij hoort ze praten over Dreuzels (niet-magische mensen) en over perron 9¾, en Harry stapt op de vrouw af. Hij vraagt hoe hij op perron 9¾ moet komen en ze vertelt hem dat hij simpelweg door het hek tussen perron 9 en 10 moet stappen om er te komen. De eerste jongen (Percy) en een tweeling, Fred en George) demonstreren hoe het moet; ze lopen met hun bagage dwars door het hek en verdwijnen uit het zicht. De vrouw legt uit dat haar jongste zoon (de vierde jongen) ook voor het eerst naar Zweinstein gaat en zo leert Harry Ron Wemel kennen. Harry volgt Ron door het hek en een tel later komt hij op perron 9¾ terecht, waar de zogenaamde Zweinsteinexpres klaar staat voor vertrek. Harry en Ron stappen samen met de andere leerlingen op de trein en nemen afscheid van mevrouw Wemel en haar dochtertje Ginny, die nog te jong is om naar Zweinstein te gaan.
Even later in de Zweinsteinexpres (die richting Zweinstein vertrekt), besluiten Harry en Ron een coupé te delen. Ron is erg gefascineerd door het litteken van Harry en hij stelt de ene vraag na de andere. Plotseling komt er een meisje binnen met lange haren en vraagt of iemand een pad heeft gezien. Een andere jongen, Marcel Lubbermans, is namelijk zijn huisdier kwijt. Harry en Ron hebben de pad niet gezien. Het meisje, Hermelien Griffel ziet dat Ron op het punt stond een toverspreuk uit te spreken en blijft even staan om te kijken. Ze blijkt een beetje een betweterig type te zijn, en is ook een eerstejaars, net zoals Harry en Ron. Hermelien blijkt al veel over Harry en zijn litteken in diverse boeken te hebben gelezen. Na verloop van tijd maakt Harry ook nog kennis met Rons broers, de tweelingen Fred en George, en komt ook Draco Malfidus nog de coupé binnen. Hij probeert Harry over te halen zich bij hem en zijn twee vrienden aan te sluiten, maar beledigt daarbij Ron en diens familie, en daarmee is de vijandschap tussen Harry en Malfidus een feit.
Uiteindelijk arriveert de Zweinsteinexpres op het station van Zweinsveld, een dorpje vlakbij de school. De eerstejaars worden opgewacht door terreinknecht en sleutelbewaarder Hagrid. Volgens traditie moeten de eerstejaars met roeibootjes over het Zwarte Meer varen om Zweinstein te bereiken. De leerlingen van andere jaren gaan met koetsen (die zich ogenschijnlijk uit zichzelf lijken voort te bewegen). Bij het kasteel wacht professor Anderling hen op en vergezelt hen vervolgens naar de Grote Zaal waar het welkomsfeest en de Sorteerceremonie zullen plaatsvinden. De Sorteerhoed zal de eerstejaars indelen over de vier verschillende afdelingen van Zweinstein: Griffoendor, Ravenklauw, Huffelpuf en Zwadderich. Harry, Ron en Hermelien komen uiteindelijk terecht bij Griffoendor en hun vijand Draco Malfidus wordt ingedeeld in Zwadderich, waar, zoals Ron aan Harry vertelt, alle "duistere" tovenaars terecht komen. Tijdens zijn welkomstwoord heet professor Perkamentus iedereen welkom en meldt hij dat alle leerlingen uit de buurt van het Verboden Bos moeten blijven en dat niemand de rechtergang op de derde verdieping mag betreden.
Harry ontdekt tijdens zijn eerste bezemvliegles dat hij uitstekend kan vliegen en hij wordt, na een incident met Malfidus om de Geheugensteen van Marcel Lubbermans, benoemd tot jongste Zoeker (een positie bij Zwerkbal, een tovenaarssport) in honderd jaar. Harry komt eveneens te weten dat zijn vader ook een goede Zwerkbalspeler was.
Harry en Ron worden door Malfidus uitgedaagd. Hij stelt dat Harry en Ron niet om middernacht durven af te spreken. Zo'n uitdaging kunnen ze niet naast zich neerleggen en ze gaan op zoek naar Malfidus. Hermelien, die de straffen voor Griffoendor al aan ziet komen, probeert ze tegen te houden maar gaat uiteindelijk met ze mee. Ze komen per ongeluk terecht op de verboden derde verdieping. Op de vlucht voor conciërge Argus Vilder komen de drie terecht in een kamer met een driekoppige hond. Hermelien merkt dat het wezen op een luik staat en mogelijk iets bewaakt.
Tijdens het Halloweenfeestje in de Grote Zaal meldt professor Krinkel, leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, dat er een trol ronddwaalt in de kerkers. Maar feitelijk is de trol aanwezig in de meisjestoiletten, waar Hermelien na een aanvaring met Ron zit te huilen. Wanneer Harry en Ron beseffen dat Hermelien in de problemen zit, gaan ze haar zoeken om haar te waarschuwen. Ze stuiten echter op de trol die de meisjestoiletten is binnengegaan, waar Hermelien zichzelf heeft opgesloten. Ze nemen het gedrieën tegen de trol op. Nadat de trol is verslagen worden Harry en Ron pas echt goede vrienden met Hermelien.
Tijdens Harry's eerste Zwerkbalwedstrijd lijkt zijn bezem het plots te begeven. De bezem probeert Harry eraf te schudden. Hermelien ziet dat professor Sneep, met zijn blik gefixeerd op Harry, woorden mompelt. Hermelien en Ron verdenken meteen Sneep, en zijn ervan overtuigd dat die met Zwarte Kunsten Harry heeft behekst. Hermelien gaat naar hem toe en steekt zijn mantel in brand om te voorkomen dat Sneep Harry van zijn bezem krijgt. De betovering wordt inderdaad verbroken en Harry wint alsnog de wedstrijd door de Snaai te vangen.
Met Kerstmis krijgt Harry van een dan nog onbekend persoon een Onzichtbaarheidsmantel, die hij erfde van zijn vader. De drager van de mantel is volkomen onzichtbaar. Harry gebruikt de mantel om de verboden afdeling op in de bibliotheek te doorzoeken op zoek naar informatie over Nicolaas Flamel (de naam die Hagrid er per ongeluk uitflapte tijdens zijn laatste bezoek bij hem thuis). Harry komt te weten dat Flamel de maker is van de Steen der Wijzen, die het Levenselixer produceert dat de drinker onsterfelijk maakt.
Harry ziet even later Sneep informatie vragen aan Krinkel om erachter te komen hoe hij langs de driekoppige hond moet komen. Krinkel zegt echter dat hij van niets weet. Harry, Ron en Hermelien zijn nu zeker dat Sneep de Steen wil stelen om Voldemort weer tot leven te wekken en hem een eigen lichaam te geven. Hagrid ontkent echter dat Sneep in het complot zit.
Harry, Hermelien, Marcel Lubbermans en Draco Malfidus zijn gesnapt laat in de nacht en krijgen straf. Ze moeten met Hagrid mee het Verboden Bos in, om te zoeken naar een gewonde Eenhoorn. Harry ziet even later een in mantel gehulde figuur die het bloed van een dode Eenhoorn drinkt. Dit figuur wil Harry aanvallen maar wordt weggejaagd door Firenze, een Centaur. Hij vertelt Harry dat het bloed van een Eenhoorn genezende krachten heeft en de drinker een oneindig, hoewel vervloekt, leven kan laten leiden. Hij vertelt ook dat de gemantelde vreemdeling wel eens Voldemort zou kunnen zijn.
Harry, Hermelien en Ron komen te weten dat Hagrid, terwijl hij dronken was, in een café een gemantelde vreemdeling heeft verteld hoe hij langs de driekoppige hond kan komen. Harry, Ron en Hermelien denken dat die persoon Sneep was en ze willen verhinderen dat hij de Steen probeert te stelen. Die nacht proberen ze met behulp van muziek Pluisje (zo noemt Hagrid de hond) in slaap te krijgen en door het luik te gaan. Diep beneden Zweinstein wachten hen echter verschillende hinderlagen.
De eerste hinderlaag is een plant, Duivelsstrik. Hermelien en Harry weten te ontkomen, maar Ron werkt zich in nesten en wordt zachtjes gewurgd door de tentakels van het Duivelstrik. Hermelien weet uiteindelijk met een spreuk Ron op het nippertje te bevrijden.
Het tweede obstakel bevindt zich in een ruime kamer met een zwevende bezem en rondvliegende sleutels. De deur naar de volgende kamer blijkt gesloten en er zit voor Harry niets anders op dan op de bezem te kruipen en achter de juiste sleutel aan te vliegen en deze te grijpen. Na enige moeite slaagt Harry er in de juiste sleutel te bemachtigen en hij snelt met Ron en Hermelien naar de volgende kamer.
Het derde obstakel bestaat uit een immens schaakbord en Harry en Ron weten al meteen wat hen te wachten staat. Enkel door het spel te winnen krijgen ze toegang tot de volgende kamer. Ron kruipt op het paard, Harry neemt de loper en Hermelien neemt de toren voor haar rekening. Na verschillende zetten winnen ze het spel, maar Ron komt zwaar ten val na een aanval van een schaakstuk.
Harry en Hermelien gaan verder naar de volgende ruimte waarin ze een bewusteloze trol aantreffen. Blijkbaar was Sneep hen al voor en heeft hij de trol bewusteloos geslagen. In de volgende ruimte moeten Harry en Hermelien een toverdrankraadsel oplossen. Hermelien weet met haar logica het raadsel tot een goed eind te brengen. Harry drinkt één van de toverdranken en kan door de deur naar de volgende kamer. Hermelien neemt een andere toverdrank in waardoor ze terug kan keren naar Ron en hem verder kan verzorgen. Ze stuurt een uil naar Perkamentus en wacht bij Ron totdat er hulp arriveert.
Harry gaat alleen verder en komt in de volgende kamer oog in oog te staan met niemand minder dan professor Krinkel. Eerst begrijpt Harry het niet, maar Krinkel legt uit dat hij in opdracht van Voldemort gedurende het hele schooljaar heeft getracht Harry te vermoorden. Krinkel legt ook uit dat niet Sneep, maar hij een toverspreuk heeft gebruikt op Harry tijdens het Zwerkbaltoernooi, en dat Sneep hem juist heeft willen beschermen. Harry komt te weten dat Krinkel al een tijdje op zoek is naar de Steen der Wijzen in opdracht van Heer Voldemort. In de ruimte waarin Harry en Krinkel zich bevinden staat ook de Spiegel van Neregeb. In de Spiegel ziet Harry dat hij de Steen in zijn broekzak verstopt, wat Krinkel niet weet. Want enkel diegene die de Steen niet zal gebruiken voor eigen belang, krijgt hem werkelijk in bezit. Dan weerklinkt plotseling de stem van Voldemort en hij blijkt te huizen in Krinkels lichaam. Hij weet wel van de Steen en geeft Krinkel de opdracht de Steen van Harry af te pakken. Maar Harry weert Krinkel af en door het lichaamscontact voelen beiden een helse pijn: Harry voelt zware steken in zijn litteken en Krinkels huid brandt weg. Dit komt omdat de haat die in Krinkel zit, het goede niet kan verdragen. Harry valt door de pijn in zijn litteken bewusteloos op de grond en Krinkel schreeuwt het uit van de brandende pijn. Professor Perkamentus komt nog net op tijd om Harry te redden, maar te laat om Voldemort te stoppen. De Heer van het Duister laat Krinkel sterven en gaat er als schim vandoor.
In de ziekenzaal vertelt Perkamentus Harry dat Harry's moeder stierf om Harry te beschermen. Hij vertelt ook dat de Steen der Wijzen wordt vernietigd om geen verdere problemen te veroorzaken. Nicolaas Flamel en zijn vrouw zullen dan sterven, omdat de Levenselixer opraakt. Harry vraagt aan Perkamentus waarom Voldemort juist hém wilde vermoorden. Perkamentus zegt hierop dat hij nog te jong is om dat te begrijpen, en dat hij het hem zal vertellen als hij er klaar voor is. Harry gelooft dat Voldemort andere manieren zal zoeken om terug te keren.
Aan het einde van het schooljaar worden de afdelingspunten bekend gemaakt. Griffoendor staat op de laatste plaats en Zwadderich op de eerste. Perkamentus meldt echter dat hij nog een paar laatste punten moet toekennen. Na Harry, Ron, Hermelien en Marcel de laatste punten uitgereikt te hebben, is Griffoendor alsnog de winnaar. Het verhaal eindigt als alle leerlingen uitbundig feestvieren en na het feest met de Zweinsteinexpres terug naar huis gaan.
2. Harry Potter en de geheime kamer
Engelse/Originele titel: Harry potter and the Chamber of Secrets
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 1999
Pagina's: 256
Verhaal:
Harry Potter brengt zijn zomervakantie door bij zijn oom en tante op de Ligusterlaan nummer 4.
Op Harry's verjaardag (die de Duffelingen zoals elk jaar volledig negeren) heeft oom Herman thuis gasten uitgenodigd voor een belangrijk zakendiner en moet Harry de hele avond op zijn kamer blijven. Op zijn kamer ontmoet hij Dobby, de huis-elf, die waarschuwt dat hij niet naar Zweinstein moet terugkeren omdat daar vreselijke dingen gaan gebeuren. Om Harry te chanteren heeft Dobby al Harry's uilenpost onderschept en zegt dat hij de post pas geeft als Harry belooft niet naar Zweinstein terug te keren. Harry weigert, en Dobby gebruikt een zweefspreuk op de taart die tante Petunia had klaargemaakt voor het diner, en gooit deze op de grond. Omdat Harry het zakendiner in het honderd heeft laten lopen en oom Herman hierdoor een belangrijk contract misloopt wordt hij op zijn kamer opgesloten met de bedoeling hem nooit meer naar Zweinstein te laten gaan. Ook krijgt Harry een waarschuwing van het Ministerie van Toverkunst, omdat minderjarigen geen toverspreuken mogen gebruiken (het ministerie dacht dat Harry de zweefspreuk had gebruikt).
Drie dagen later wordt Harry wakker doordat er een vliegende auto voor zijn slaapkamerraam hangt. Ron, Fred en George Wemel zitten in de auto en zij redden Harry uit het huis van de Duffelingen. Ze vliegen naar Het Nest, het huis van de Wemels. Hier maakt hij kennis met meneer en mevrouw Wemel en met Ginny, het jongere zusje van Ron. Zij is helemaal weg van Harry maar is heel verlegen tegenover hem.
Als ze naar de Wegisweg reizen om schoolboeken en andere benodigdheden te halen gebruiken ze Brandstof, iets wat Harry nog nooit eerder heeft gedaan. Harry spreekt de naam "Wegisweg" te onduidelijk uit en komt per ongeluk uit in de Verdonkeremaansteeg, een andere straat, waar duistere heksen en tovenaars winkelen. Hij wordt door Hagrid gered. Na een bezoek aan Goudgrijp, komen ze in de boekwinkel Klieder en Vlek hun nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten tegen, Gladianus Smalhart. Smalhart is een beroemd tovenaar en schrijver, die claimt veel goede dingen gedaan te hebben en daarover een flink aantal bestsellers heeft geschreven. Zodra hij Harry ziet, wil hij met hem op de foto, en geeft hij Harry alle door hem geschreven schoolboeken gratis mee. Harry, de Wemels en Hermelien komen dan Draco, en zijn vader Lucius Malfidus tegen. Lucius vindt niet te verkroppen dat Arthur Wemel, die toch een medewerker van het Ministerie is, zich met uitschot als Dreuzels bezighoudt, en kijkt vol afschuw naar de tweedehands boeken die Ginny in haar ketel heeft liggen. Arthur en Lucius krijgen flinke ruzie en rollen vechtend door de winkel. Wanneer het gevecht ophoudt blijkt dat Ginny's boeken uit haar ketel zijn gevallen. Lucius Malfidus gooit ze er met een vies gezicht weer in terug.
Enkele dagen later vertrekken de Wemels en Harry opnieuw naar Londen om de trein te nemen naar Zweinstein. Wanneer Harry en Ron perron 9 3/4 op willen gaan blijkt de poort voor hen versperd te zijn. Ze besluiten om met de vliegende auto (die eigendom is van Arthur Wemel en waarmee ze naar het station zijn gereden) naar Zweinstein te vliegen. Hierbij worden ze door minstens zeven Dreuzels gezien. Op Zweinstein aangekomen vliegen ze per ongeluk tegen de Beukwilg, waarbij Ron's toverstaf bijna volledig overmidden breekt. Ze worden bijna van school gestuurd, maar ze komen er met strafwerk vanaf.
Wanneer hij bezig is met zijn strafwerk bij Smalhart, hoort Harry een rare stem, die zegt dat hij iemand wil doden. Niemand anders blijkt de stem te kunnen horen. Wanneer Harry de stem volgt, ziet hij de kat van Vilder versteend hangen. Op de muur staat een boodschap geschreven: 'De Geheime Kamer is geopend. Hoedt u, vijanden van de erfgenaam'.
Harry blijft de stem maar horen, en gedurende het schooljaar raken steeds meer leerlingen, allemaal kinderen van dreuzelouders, versteend. De Geheime Kamer blijkt een oude legende te zijn die verhaalt dat Zalazar Zwadderich (stichter van de afdeling Zwadderich) ergens in het kasteel een kamer had gemaakt, waar een monster in verborgen zat welke de school zou zuiveren van alle tovenaars die geen zuiver bloed hadden. Alleen de echte erfgenaam van Zwadderich kon de kamer openen en het monster zou alleen aan hem gehoorzamen. Niemand weet wie erachter zit. Wel is bekend dat dit 50 jaar geleden ook al eens gebeurd is en dat er destijds, na de dood van een leerlinge, een dader gepakt is.
Harry Potter vindt in het toilet van Jammerende Jenny een mysterieus dagboek. Het dagboek is vijftig jaar oud en is eigendom geweest van Marten Asmodom Vilijn, een naam die Harry niets zegt. Het dagboek is helemaal leeg. Wanneer Harry op een gegeven moment inkt knoeit over al zijn boeken (inclusief het dagboek) valt hem op dat het dagboek als enige van zijn boeken helemaal schoon is, er is geen inktvlekje op te bekennen. Hij krijgt een ingeving en besluit in het dagboek te schrijven. Hij vertelt het dagboek wie hij is en krijgt direct antwoord. Harry vraagt het dagboek vervolgens of "hij" (Marten Vilijn, de oude eigenaar van het dagboek) wel eens van de legende van de Geheime Kamer heeft gehoord. Vilijn blijkt Harry niet alleen te kunnen vertellen, maar zelfs te kunnen laten zien wat er destijds is gebeurd. Vilijn laat Harry zien dat de Kamer vijftig jaar geleden is geopend door Rubeus Hagrid, die vervolgens van school is gestuurd.
Tijdens een Duelleerles (georganiseerd door Smalhart) blijkt Harry met slangen te kunnen praten. Ron en Hermelien zijn hierover behoorlijk ontdaan, omdat Sisselspraak meestal een eigenschap is van heel Duistere tovenaars. Harry´s klas/ en schoolgenoten verdenken hem er onmiddellijk van dat hij de Geheime Kamer heeft geopend, en Harry wordt met de nek aangekeken.
Harry en zijn vrienden willen weten waar de Geheime Kamer zich bevindt en wie toch die aanvallen uitvoert. Hun hoofdverdachte is Draco Malfidus, en ze brouwen uiteindelijk een illegale wisseldrank om in de gedaante van Kwast en Korzel te veranderen, om zo Draco te kunnen verhoren. Deze geeft echter aan niet de aanvallen te plegen, en weet ook niet wie de dader dan wèl is.
Ze komen van professor Kist te weten wat er zich in die kamer afspeelt. Door veel speurwerk van Hermelien Griffel, die later ook aangevallen wordt, en een bezoek aan het Verboden Bos waar Harry en Ron in aanraking komen met de acromantula Aragog komen ze erachter dat er een slang (Basilisk) in de Kamer blijkt te zitten, en waar de Kamer zich bevindt.
Op een dag wordt er een scholiere, Ginny Wemel, meegevoerd naar de Geheime Kamer. De hele school is in rep en roer en er wordt zelfs gesproken over het definitief sluiten van de school. De leraren, die inmiddels een gruwelijke hekel hebben gekregen aan de altijd opschepperige Gladianus Smalhart, vinden dat Smalhart haar uit de Kamer moet redden, omdat hij tenslotte claimt veel heksen en tovenaars uit gevaarlijke situaties te hebben gered. Harry en Ron besluiten Smalhart op te zoeken en hem te vertellen wat zij weten, om Smalhart's zoektocht te vereenvoudigen. Wanneer ze bij Smalhart's kantoor aankomen blijkt die zijn spullen al te hebben gepakt en op het punt te staan te vluchten. Hij geeft toe dat de verhalen in zijn boeken zijn verzonnen en vertelt dat hij nooit de beroemde reddingen heeft verricht, maar dat andere heksen en tovenaars dat hebben gedaan. Hij heeft een vergeetspreuk over deze heksen en tovenaars uitgesproken zodat zij zich niet meer herinneren wat ze gedaan hebben, en Smalhart met de eer kan strijken. Smalhart vertelt de jongens dat hij deze spreuk helaas ook over hen moet uitspreken, maar voordat hij dat kan doen ontwapent Harry Smalhart. Ze dwingen hem mee te gaan naar de Geheime Kamer, en samen gaan ze naar het toilet van Jammerende Jenny.
De reuzenspin Aragog had Harry en Ron verteld dat er tijdens de vorige aanvallen, vijftig jaar geleden, een scholiere was gedood op een toilet. Harry had geconcludeerd dat dat misschien om Jammerende Jenny zou kunnen gaan, en bij aankomst in het toilet stelt hij haar de vraag waaraan ze is gestorven. Jenny legt uit dat ze dat niet goed wist, maar dat ze op het toilet zat te huilen toen er ineens een man binnenkwam die siste (hij sprak Sisselspraak). Toen ze de deur opendeed om hem te vragen wat hij op de meisjes WC deed, zag ze twee grote gele ogen en viel ze onmiddellijk dood neer. Ze had dus de Basilisk gezien, wiens blik dodelijk is.
Harry loopt naar de wasbak waar Jenny de ogen had gezien en ziet een slangetje in het metaal van de kraan gekrast. Hij vraagt de kraan (in Sisselspraak) te openen, en de Geheime Kamer opent zich. Harry en Ron duwen Smalhart, die nu ongewapend is, als eerste naar binnen. Ze duiken in een afvoerpijp die erg breed is en tot "mijlenver" onder de school blijkt te lopen, naar een tunnel die uiteindelijk naar de Geheime Kamer leidt.
Smalhart besluit echter dat het genoeg is geweest en grijpt Ron's toverstaf. Hij schreeuwt een vergeetspreuk naar de beide jongens, maar Ron's toverstaf is door de botsing met de Beukwilg aan het begin van het schooljaar zó zwaar beschadigd geraakt dat de spreuk op Smalhart terugkaatst. Smalhart verliest zijn complete geheugen, en door de klap van de spreuk stort een deel van de tunnel in. Harry bevindt zich aan de goede kant van het ingestorte deel en gaat alleen verder om Ginny te redden.
In de Geheime Kamer aangekomen ziet hij het roerloze lichaam van Ginny liggen en rent er naartoe. Hij wordt ineens aangesproken door een jonge Marten Vilijn, die daar als een soort van tastbare geest rondloopt. Vilijn pakt Harry's toverstaf en vraagt hem hoe het komt dat Harry Voldemort al tweemaal heeft weerstaan. Harry vraagt zich af wat Vilijn daarmee te maken heeft, waarna Vilijn Harry vertelt dat hij Voldemort is. Hij schrijft de letters "MARTEN ASMODOM VILIJN" in de lucht, zwaait met Harry's toverstaf en de letters hervormen zich tot de woorden "MIJN NAAM IS VOLDEMORT". Hij vertelt Harry dat hij de erfgenaam van Zwadderich is, zijn moeder was immers een nazaat van Zwadderich. Hij heeft vijftig jaar geleden, toen Vilijn zelf op Zweinstein zat, de Geheime Kamer geopend en heeft nu doordat hij zijn ziel in zijn dagboek had gestopt iemand anders de kamer laten openen. Ginny Wemel, die gedurende het hele schooljaar haar hart had uitgestort in het dagboek, was degene die de spreuken op de muren van de school had gekalkt, en degene die de Kamer steeds voor Voldemort opende. Hij wilde de school eindelijk, naar Zwadderich's wens, "dreuzelvrij" maken, en liet de Basilisk alleen Dreuzeltelgen aanvallen. Ginny was bezeten door Voldemort, en wist niet wat ze deed.
Vervolgens opent Vilijn/Voldemort de Geheime Kamer en laat hij de Basilisk vrij. Harry, die ongewapend is, rent weg en zegt tegen Vilijn/Voldemort dat hij geen schijn van kans maakt zolang Perkamentus schoolhoofd is. Door deze uiting van trouw aan Perkamentus verschijnt ineens Felix de Feniks aan Harry's zijde, met de Sorteerhoed. Harry zet de hoed op zijn hoofd en roept in gedachten om hulp. Onmiddellijk valt het Zwaard van Griffoendor uit de hoed, waarmee Harry de Basilisk aanvalt. Feliks pikt in de ogen van de Basilisk waardoor deze blind wordt, maar toch komt hij nog op Harry af. Harry slaat het zwaard in het verhemelte van de slang en deze valt dood neer, maar één van zijn enorme giftanden raakt Harry's arm. Vilijn/Voldemort lacht en denkt dat Harry nu ten dode is opgeschreven, maar Feliks laat zijn tranen op Harry's gewonde arm vallen. Tranen van een feniks hebben helende krachten dus Harry staat snel weer op. Hij steekt met de afgebroken tand van de Basilisk in het hart van het dagboek, en Vilijn/Voldemort verdwijnt krijsend. De betovering van Ginny is verbroken, en samen gaan ze terug naar Ron en Smalhart. Ron heeft inmiddels de ingestorte tunnel weer deels vrij gemaakt, en hangend aan de staart van Felix de Feniks vliegen ze terug naar de school. De ouders van Ginny waren inmiddels in het kantoor van professor Anderling, en professor Perkamentus zei dat er al meerdere oudere en wijzere tovenaars door Vilijn bezeten waren. Ginny wordt daarom niet van school gestuurd.
Het mysterieuze dagboek dat van Marten Vilijn is geweest blijkt met opzet door Lucius Malfidus tussen de tweedehands boeken van Ginny Wemel te zijn gestopt. Het was zijn bedoeling dat wanneer zou blijken dat de Geheime Kamer door een Wemel was geopend, Arthur Wemel in diskrediet zou worden gebracht. Wemel was namelijk degene die een Dreuzelwet heeft opgesteld waar Malfidus faliekant tegenstander van was.
Later blijkt het vernietigde dagboek van Marten een Gruzielement te zijn.
3. Harry potter en de gevangene van Azkaban

Engelse/Originele titel: Harry Potter and the prisoner of Azkaban
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 1999
Pagina's: 328
Verhaal:
Het boek begint met Harry die zich opgelaten voelt omdat tante Margot, die een pesthekel heeft aan Harry, komt logeren. Hij ziet vreselijk tegen haar bezoek op. Dan krijgt hij een brief van school, waarin staat dat de derdejaars van Zweinstein een paar keer per jaar naar het nabije toverdorpje Zweinsveld mogen, mits ze hiervoor toestemming krijgen van een ouder of voogd. Harry besluit zijn oom Herman Duffeling te chanteren door te zeggen dat hij zich alleen maar zal gedragen tijdens het bezoek van tante Margot als oom Herman het formulier ondertekent, en oom Herman lijkt hem inderdaad wel toestemming te willen geven als Harry belooft zich te gedragen. Maar tante Margot laat zich zó laatdunkend uit over Harry en Harry's ouders, dat hij de controle over zijn toverkracht verliest. Hij doet haar in zijn woede per ongeluk opzwellen en rent kwaad van huis weg.
Eenmaal weg van huis gaat Harry op een stoeprand zitten om na te denken over wat hij net heeft gedaan. Hij is ervan overtuigd dat hij van school zal worden gestuurd omdat hij (zij het onbedoeld) magie heeft gebruikt en dus de wet heeft overtreden die stelt dat minderjarigen geen magie mogen gebruiken. Terwijl hij hierover zit te piekeren heeft hij het gevoel dat hij in de gaten gehouden wordt. Hij ziet iets naar hem gluren. Hij schrikt en trekt zijn toverstaf. Doordat hij zijn toverstok uitsteekt, komt de Collectebus, een tovenaarsvervoermiddel, hem ophalen. Deze Collectebus roep je namelijk op door je toverstaf uit te steken. In de Collectebus ontdekt hij dat Sirius Zwarts, de gevaarlijke ontsnapte gevangene die Harry al op het Dreuzeljournaal had gezien, in werkelijkheid een duistere tovenaar en volgeling van Voldemort is, en uit de tovenaarsgevangenis Azkaban ontsnapt is.
Harry besluit de bus hem naar de Lekke Ketel aan de Wegisweg te laten brengen. Daar aangekomen wordt hij tot zijn verbazing opgewacht door de Minister van Toverkunst, Cornelis Droebel. Harry weet nu helemaal zeker dat hij in de problemen zit, maar tot zijn verrassing is Droebel niet eens kwaad op Harry, hij vertelt hem slechts dat zijn tante weer "lekgeprikt" is en haar geheugen is gemodificeerd zodat ze zich niets meer van het voorval herinnert. Droebel lacht Harry's zorgen over zijn ongeoorloofd spreukgebruik weg en vertelt Harry dat hij in de Lekke Ketel kan blijven tot het nieuwe schooljaar begint.
Harry wacht in de Lekke Ketel totdat Ron, diens familie en Hermelien komen. Harry vangt een gesprek op tussen Ron's ouders waaruit blijkt dat Sirius Zwarts het op Harry heeft gemunt. Harry schrikt er niet heel erg van, omdat hij ervan overtuigd is dat Zweinstein de veiligste plek ter wereld is.
Hij koopt zijn schoolspullen en gaat na een week naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Er is weer een nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten, Remus Lupos. Professor Lupos wordt Harry's favoriete leraar. Hij leert Harry een Patronus op te roepen om Dementors (bewakers van Azkaban, die al je geluk wegzuigen) op afstand te houden. Deze Dementors zijn ook op alle toegangspoorten van Zweinstein gestationeerd, om de school te beschermen tegen Sirius Zwarts. Tijdens het schooljaar ziet Harry een paar keer een grote, zwarte hond, het duistere wezen wat hij ook al zag toen hij wegliep van huis, vlak voordat hij bijna werd overreden door de Collectebus. Volgens professor Zwamdrift, zijn lerares Waarzeggerij, betreft het de Grim, het ergste voorteken van de dood.
Tijdens een bezoek aan Zweinsveld komen Harry, Ron en Hermelien erachter dat Sirius Zwarts een vriend was van de vader van Harry, James Potter, en dat hij James en Lily Potter zou hebben verraden aan Heer Voldemort. Dit heeft ervoor gezorgd dat Heer Voldemort beide ouders van Harry kon vermoorden, en ook kon proberen Harry te vermoorden.
Als een leerling van Zweinstein in de Ochtendprofeet gelezen heeft dat Sirius Zwarts niet ver van Zweinstein gesignaleerd is, stijgt de spanning in en rond Zweinstein. Als Harry, Hermelien en Ron op een gegeven moment teruglopen van een bezoek aan hun vriend Hagrid sleurt dezelfde hond die Harry al een paar keer eerder had gezien Ron mee naar de Beukwilg. Onder de wilg blijkt een geheime gang te zijn en ze lopen daar met zijn allen in om Ron te redden. Aan de eind van de gang komen ze in een huis. Daar ziet Harry dat Sirius Zwarts een faunaat blijkt te zijn, die zich kan veranderen in een hond. Even later komt ook professor Lupos. Hij blijkt aan de kant van Zwarts te staan. Dit verbaast Harry, Hermelien en Ron.
Eerst denken ze dat Lupos ook een verrader is, totdat Zwarts en Lupos het uitleggen. Ze leggen uit dat niet Zwarts de ouders van Harry aan Heer Voldemort, heeft verraden, maar ene Peter Pippeling. Pippeling is ook een faunaat, en een oude vriend van James en Sirius. Hij heeft net gedaan alsof Zwarts hem opgeblazen heeft door zijn wijsvinger af te snijden en dat stukje vinger achter te laten op de plaats van de explosie, zodat iedereen dacht dat dat alles was wat er van hem was overgebleven. Vervolgens transformeerde hij zichzelf in een rat en vluchtte. De hele tovenaarsgemeenschap is hier ingetrapt. Zwarts heeft dus meer dan tien jaar in Azkaban gezeten voor een misdaad die eigenlijk door Pippeling is gepleegd. De rat van Ron, Schurfie, blijkt Peter Pippeling te zijn.
Lupos en Zwarts toveren Pippeling in zijn normale gedaante terug. Ze willen hem eigenlijk vermoorden, maar Harry wil hem aan de Dementors overleveren, omdat hij niet wil dat de beste vrienden van zijn vader veranderen in moordenaars. Op de terugweg komen zij in het maanlicht van de volle maan terecht, en verandert Professor Lupos in een weerwolf. Iedereen moet vluchten, en Peter ontsnapt. Later komen er minstens honderd Dementors om Zwarts gevangen te nemen. Harry verjaagt ze, maar valt op het eind net zoals iedereen flauw. Zwarts wordt in Zweinstein gevangen gehouden. Hermelien weet met haar Tijdverdrijver (een soort magische tijdmachine in de vorm van een zandloper aan een ketting.) de tijd drie uren terug te zetten en binnen die tijd weten Harry en Hermelien de Hippogrief van Hagrid te redden en Zwarts op de rug van die Hippogrief te laten ontsnappen.
Op het einde van het boek neemt Professor Lupos ontslag, omdat de ouders niet willen dat een weerwolf les geeft aan hun kinderen.
4. Harry Potter en de Vuurbeker

Engelse/Originele titel: Harry potter and the goblet of fire
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 2000
Pagina's: 552
Verhaal:
Het boek vangt aan met een korte beschrijving over Villa Vilijn, het landhuis waar vroeger de Vilijns leefden. Op een dag werden meerdere leden van de familie op hetzelfde moment dood aangetroffen in het huis. Hun doodsoorzaak was tot op heden onbekend. De tuinman van de Vilijns, de stokoude Frank Braam, bleef echter in dienst en werkte nu voor de nieuwe eigenaar van de villa, die zijn huis vrijwel altijd leeg liet staan. Op een zekere nacht wordt Frank wakker en ontdekt hij vanuit zijn huis een lichtschijnsel op de bovenverdieping van de villa. Hij denkt meteen aan kwajongens die er ingebroken hebben, maar eenmaal aangekomen in de villa doet hij een onthutsende ontdekking: een zwakke Voldemort en diens dienaar Wormstaart beramen namelijk plannen om iemand te vermoorden en zien de villa als ideale plaats om tijdelijk onder te duiken. Frank luistert nieuwsgierig het gesprek af, maar wordt al snel ontdekt door Nagini, de slang van Voldemort. Braam raapt al zijn moed bijeen en stapt de kamer binnen. Hij wil dat Voldemort hem aankijkt als hij tegen hem spreekt en op dat moment volgt er groene lichtflits. Frank Braam valt dood neer en tegelijkertijd ontwaakt Harry Potter kilometers verder, in de Ligusterlaan, uit een verschrikkelijke nachtmerrie. Harry maakt zich zorgen over zijn droom over Voldemort en Wormstaart, en zijn litteken dat weer pijn doet. Hij schrijft bezorgd een brief naar Sirius Zwarts, die momenteel ondergedoken leeft sinds de gebeurtenissen van afgelopen jaar. Tijdens de zomervakantie, die Harry ook dit jaar weer doorbrengt bij de familie Duffeling, wordt Harry op een spectaculaire manier opgehaald door Ron Wemel, diens vader en de twee tweelingbroers. Via het Haardrooster komen ze terecht bij Het Nest, waar ook Hermelien hem opwacht. Harry mag mee naar de WK-finale Zwerkbal tussen Ierland en Bulgarije, die start over enkele dagen. In tussentijd maken Harry en de rest van hun vakantie gebruik om Zwerkbal te spelen en lol te maken. Op de dag van het WK vertelt Arthur Wemel dat ze met een ViaVia naar het WK zullen reizen. Harry, Hermelien en de Wemels geraken veilig ter plekke en maken kennis met Ludo Bazuyn en Barto Krenck. Op de camping zien ze duizenden tovenaars, afkomstig van alle hoeken van de wereld een eigen tent opzetten. Aan de overkant van een groot bos ligt het Zwerkbalstadium en dankzij Ludo Bazuyn kunnen Harry, Hermelien en de Wemels de match volgen vanuit de Topbox. Vlak voor aanvang van de wedstrijd merkt Harry een huis-elf op, die verdacht veel op Dobby lijkt. Ze stelt zich voor als Winky, de huis-elf van de familie Krenck. Winky heeft hoogtevrees, maar zegt dat ze met haar meester in de Topbox moet zitten. Barto Krenck is inderdaad ook aanwezig, samen met Lucius Malfidus en diens vrouw Narcissa. Na een spannende wedstrijd Zwerkbal tussen Ierland en Bulgarije, weet die eerste te winnen. Na afloop van het WK duiken 's nachts Dooddoeners op op de camping. Ze vallen Dreuzels aan en iedereen moet vluchten naar het bos. Harry, Ron en Hermelien blijven samen en proberen te bedenken waarom de Dooddoeners weer van zich laten horen. Kort hierop wordt het hele bos plots verlicht door het Duistere Teken, dat aan de hemel verschijnt. Ze horen iemand een spreuk uitspreken, maar zien niemand. Even later verschijnt Winky weer ten tonele met de toverstok van Harry in haar handen. Verscheidene tovenaars Verschijnselen op dat moment bij Harry en de rest, en voelen Winky aan de tand. Zij ontkent dat ze het Teken heeft opgeroepen, maar wordt niet door iedereen geloofd. Op het Ministerie van Toverkunst wordt ze verder ondervraagd. Ze wordt door haar meester Barto Krenck ten slotte ontslagen. De echte dader die het Teken heeft opgeroepen wordt niet gevonden. Op Zweinstein wordt dit jaar een internationaal toernooi gehouden tussen drie toverscholen: het Toverschool Toernooi. Daarom komen enkele leerlingen van de scholen Beauxbatons en Klammfels onder aanvoering van respectievelijk hun schoolhoofden Madame Mallemour en Igor Karkarov naar Zweinstein. De drie toverscholen mogen ieder een kandidaat inzetten om drie gevaarlijke opdrachten uit te voeren. Voor Beauxbatons wordt dat Fleur Delacour, voor Klammfels wordt dat Viktor Kruml en voor Zweinstein wordt dat Carlo Kannewasser. Tijdens de bekendmaking gebeurt er echter iets vreemds. Nadat de derde kandidaat bekend is geworden, duidt de Vuurbeker nog een vierde persoon aan: Harry Potter. Er moet binnen de school iemand zijn die per se wil dat Harry meedoet aan het toernooi, maar waarom is niet bekend. Ron wordt jaloers op Harry omdat hij zoveel aandacht krijgt. Voor de eerste opdracht vertelt Rubeus Hagrid hem dat de eerste opdracht te maken heeft met draken. Hij moet een gouden ei bemachtigen, maar dit wordt beschermd door een nestelende draak. Via willekeurige trekking krijgt elke kampioen een draak toegewezen. Harry trekt de Hongaarse Hoornstaart en komt als laatste aan de beurt om het tegen de draak op te nemen. Met behulp van een sommeerspreuk kan hij de Vuurflits gebruiken om de Hongaarse Hoornstaart af te leiden. Uiteindelijk bemachtigt Harry het gouden ei, net zoals de andere kampioenen (die andere spreuken gebruikten om hun draak te verslaan). Na afloop van de eerste opdracht krijgt Harry en de andere kampioenen te horen dat het gouden ei hen een tip kan opleveren voor de tweede opdracht, enkele maanden later. Met Kerstmis vindt traditioneel voor het Toverschool Toernooi het kerstbal plaats. De kampioenen moeten het bal openen en zijn genoodzaakt een partner te zoeken. Harry wil eerst met Cho Chang gaan, maar deze blijkt al bezet. Hermelien gaat met Viktor Kruml, maar wil dit eerst niet vertellen tegen Harry en Ron. De twee besluiten op het laatste moment Parvati en Padma Patil te vragen voor het bal, omdat iedereen al bezet is. Op het bal wordt Ron jaloers op Viktor, wanneer deze met Hermelien staat te dansen, en Harry heeft er moeite mee dat Cho met Carlo Kannewasser danst. Buiten ontdekken Harry en Ron dat Hagrid een halfreus is, wanneer ze per ongeluk een gesprek afluisteren tussen Hagrid en madame Mallemour. Blijkbaar was Rita Pulpers, een journaliste, ook in de buurt, want een dag later verschijnt er een vernietigend artikel over Hagrid in de Ochtendprofeet. Voor de tweede opdracht helpt Dobby hem met Kieuwwier (in de film wordt dit gedaan door Marcel Lubbermans). Harry moet Ron redden uit het meer, maar er zitten monsters in het meer. De kampioenen krijgen uitleg over de derde opdracht, die het doorkruisen van een groot doolhof op het Zwerkbalterrein blijkt te zijn. Na afloop van de uitleg wil Viktor Kruml Harry even spreken onder vier ogen nabij het Verboden Bos. Harry vertelt dat hij niets voelt voor Hermelien in tegenstelling tot wat Rita Pulpers verkondigt in de Ochtendprofeet, en stelt hem gerust. Kort daarop merken ze vlakbij meneer Krenck op, die wat tegen zichzelf zit te praten en compleet krankzinnig lijkt. Krenck spreekt wartaal uit maar wil per se Perkamentus spreken en Harry besluit om hem te gaan halen. Als hij met het schoolhoofd terugkeert blijkt dat Krenck is verdwenen en dat Viktor is aangevallen. Tijdens Waarzeggerij valt Harry in slaap en droomt hij weer over Voldemort en Wormstaart. Die laatste zou gefaald hebben in een bepaalde opdracht, maar krijgt nog een tweede kans. Voldemort spreekt de cruciatusvloek uit over Wormstaart en is vastberaden Harry aan de slang Nagini te voederen. Harry ontwaakt en stapt onmiddellijk naar Perkamentus, maar deze vraagt om even in zijn kantoor te wachten. In tussentijd ontdekt Harry de Hersenpan in een van de kasten van Perkamentus. Nieuwsgierig als hij is bekijkt hij het magisch object van dichtbij en wordt als het ware opgezogen om vervolgens terecht te komen in een vreemde ruimte, die hij nog nooit eerder had gezien. Harry komt erachter dat hij het proces van Karkarov (die namen van Dooddoeners opsomt om zijn eigen hachje te redden) bijwoont, gevolgd door dat van Ludo Bazuyn (die onbewust informatie aan Dooddoeners zou hebben doorgespeeld). Ten slotte is er een proces waarin enkele Duistere tovenaars, waaronder de zoon van meneer Krenck, schuldig worden bevonden en opgesloten worden in Azkaban. Achteraf terug in het kantoor legt professor Perkamentus uit dat hij soms herinneringen aftapt en in de Hersenpan plaatst. Harry en Perkamentus praten wat over de herinneringen van de processen en het feit dat Voldemort al dan niet sterker wordt. Na het zoveelste afbrekende artikel van Rita Pulpers in de Ochtendprofeet over Harry, proberen hij, Ron en Hermelien uit te vissen hoe Pulpers de gesprekken tussen en anderen heeft kunnen opvangen, aangezien ze niet op het terrein van Zweinstein mag komen. Hermelien denkt te weten hoe Pulpers aan de informatie komt en snelt naar de bibliotheek. Ze rept er echter met nog geen woord over tegen Harry en Ron. Bij aanvang van de derde opdracht is Barto Krenck nog steeds afwezig als vijfde jurylid en ook Percy Wemel is er niet om hem te vervangen. De kampioenen met de hoogste punten, Harry en Carlo, krijgen een lichte voorsprong op Viktor en Fleur, en betreden als eersten de doolhof. Harry en Carlo's wegen scheiden zich en moeten nu individueel in het midden van de doolhof geraken en vervolgens de Toverschool Trofee die daar staat voor het eerst aanraken om de meeste punten te behalen. Harry ontdekt bijna geen obstakels op zijn weg naar de Trofee, maar moet het wel opnemen tegen een Boeman en een Schroeistaartige Skreeft, en een betoverde nevel doorkruisen. Even later komt Harry erachter dat Fleur heeft moeten opgeven omdat ze vermoedelijk door iemand werd aangevallen. Niet veel later hoort hij de stemmen van Viktor en Carlo in de buurt. Viktor spreekt de Cruciatusvloek uit over Carlo, maar Harry weet Viktor te Verlammen en Carlo te helpen. De twee gaan als enige Kampioenen verder en opnieuw scheiden hun wegen. Harry komt oog in oog te staan met een Sfinx, die hem een raadsel voorlegt. Harry weet het op te lossen en snelt door het lange pad, met op het eind de Toverschool Trofee. Carlo is hem echter voor en staat op het punt de Trofee als eerste aan te raken, maar uit het niets - zo lijkt het - duikt achter de heg een reusachtige spin op, die vastberaden is de jongen aan te vallen. Harry schreeuwt een waarschuwing en hij en Carlo weten gezamenlijk de spin na veel moeite te verlammen, maar Harry raakt daarbij gewond aan zijn enkel. Hij zegt tegen Carlo dat hij gewonnen heeft en de Trofee maar moet gaan pakken, omdat hij met zijn gewonde enkel nooit een sprint van Carlo kan winnen. Carlo gaat daar niet mee akkoord, Harry heeft hem immers net gered van de spin en is volgens hem net zo goed een winnaar, en uiteindelijk besluiten de twee Kampioenen de Trofee precies tegelijk aan te raken zodat ze beiden als winnaars van het Toverschool Toernooi worden beschouwd. Een moment later belanden Harry en Carlo plotseling op een donker kerkhof met de Toverschool Trofee naast hen. Deze bleek een Viavia te zijn en de twee suggereren dat dit onderdeel misschien ook nog bij het Toernooi hoort. Ze houden hun toverstokken in aanslag, maar in de verte zien ze een kleine, in mantel gehulde man op hen afstappen. Een tweede, hoge stem beveelt om Carlo te doden en na een groene lichtflits zakt Kannewasser levenloos in elkaar. Harry wordt vervolgens vastgebonden aan het graf van Marten Vilijn en komt erachter dat de kleine man niemand minder dan Wormstaart is. Hij schuift een gigantische ketel aan de voet van het graf en doet er een reeks van verschillende "ingrediënten" in, waaronder een vrijwillig afgestaan lichaamsdeel van een volgeling (Peter Pippeling staat zijn hand af), gebeente van zijn vader (vandaar de locatie: het kerkhof, en het graf van Voldemorts vader) en bloed van een vijand (Harry). Heer Voldemort krijgt door deze bestanddelen te gebruiken in een toverdrank zijn lichaam weer terug en is nu officieel herrezen. Voldemort legt Harry uit dat hij hem als bloedoffer heeft gebruikt omdat hij nu net zoals hem de bescherming van diens moeder, Lily Potter, geniet omdat het bloed van Harry nu ook door zijn aderen stroomt. Even later wendt Voldemort zich terug naar zijn dienaar en raakt diens Duistere Teken aan, die staat getatoeëerd op de bovenarm (van elke Dooddoener). Het duurt niet lang of verschillende Dooddoeners Verschijnselen op het kerkhof om zelf te zien hoe hun meester is herrezen. Voldemort is eerst kwaad omdat sommigen onder hen hem sinds zijn val in de steek hebben gelaten. In de kring ontbreken verscheidene andere Dooddoeners die ofwel niet durfden terugkeren, niet wilden, in Azkaban zitten of andere verplichtingen hebben. Bij dat laatste onthuld Voldemort dat er een Dooddoener op Zweinstein rondloopt en hem beschouwt als zijn trouwste Dooddoener. De andere aanwezige Dooddoeners zweren Voldemort trouw te blijven en hem te versterken in zijn lust naar macht in de toverwereld. Voldemort keert zich terug naar Harry en daagt hem uit om het tegen hem op te nemen in een "eerlijke strijd" waarin beiden hun toverstokken mogen gebruiken. Harry beseft dat hij met de aanwezigheid van de Dooddoeners helemaal geen kans maakt tegen Voldemort, maar geeft niet zomaar op. Eerst teistert Voldemort Harry met de Cruciatusvloek en de Imperiusvloek, maar deze weet zich uiteindelijk te verzetten. Hij springt achter het grafsteen van Voldemorts vader (die een Dreuzel blijkt te zijn) en probeert na te denken hoe hij aan Voldemort kan ontsnappen. Harry is er van overtuigd dat zijn vader ook niet zomaar zou opgeven midden in de strijd en Harry stapt moedig achter het grafsteen uit. Hij en Voldemort staan nu oog in oog tegenover elkaar. Harry en Voldemort spreken op hetzelfde moment een spreuk uit (Harry de Ontwapeningsspreuk en Voldemort de Vloek des Doods, Avada Kedavra). De twee spreuken botsen tegen elkaar en er ontstaat een "omgekeerd spreukeffect": Priori Incantatem. Hun voeten komen los van de grond en er verschijnt een gouden kooi van licht rondom hem. De toverstaf van Harry wint het van de toverstaf van Voldemort, doordat hij - in tegenstelling tot Voldemort - zijn hele wezen bij zich draagt. Hoe dat kan en waarom wordt duidelijk in het zesde boek. Doordat Harry's toverstok wint worden alle spreuken getoond die de staf van Voldemort heeft uitgevoerd, in omgekeerde volgorde. Harry wordt geholpen door de geesten van de mensen die Voldemort vermoord heeft met zijn toverstaf. Onder hen zijn ook de geesten van Harry's ouders. Daardoor kan Harry zich bevrijden en weet hij de Viavia weer te bereiken, waardoor hij samen met het lichaam van Carlo weet terug te keren naar Zweinstein. De dood van Carlo wordt al snel opgemerkt en er ontstaat paniek in het Zwerkbalstadium na afloop van de derde opdracht. Harry wordt zonder hij het goed beseft meegenomen door professor Dolleman naar zijn kantoor omdat die wil weten wat Harry allemaal heeft meegemaakt. Harry vertelt kort wat er gebeurd is op het kerkhof en plots onthult Dolleman dat hijzelf Harry's naam in de Vuurbeker heeft gedaan. Harry kan zijn oren niet geloven wanneer Dolleman ook nog vertelt dat hij dat deed omdat hij wilde dat Harry de Trofee als eerste zou aanraken om vervolgens op het kerkhof terecht te komen. Hij had gedurende heel het jaar geprobeerd Harry te ontdoen van alle gevaren die zijn pad kruisten en uiteindelijk de Toverschool Trofee getransformeerd in een Viavia. Dolleman staat op het punt Harry te vermoorden, wanneer Perkamentus, Anderling en Sneep plots het kantoor binnenvallen en Dolleman Verlammen. Perkamentus weet Harry te vertellen dat ze het hele schooljaar lang niet te maken hadden met de echte Dwaaloog Dolleman, maar dat deze zich voordeed als iemand anders door continu Wisseldrank te drinken. Omdat de "echte" Dolleman altijd alleen maar iets drinkt uit zijn eigen heupfles kon de bedrieger zich eenvoudig als Dolleman voordoen. Ze wachten tot de Wisseldrank is uitgewerkt en dienen de man, die de zoon van Barto Krenck (met dezelfde naam) blijkt te zijn, de waarheidsdrank Veratiserum toe, waardoor hij het hele verhaal vertelt zoals het werkelijk gebeurde. De echte Dolleman hield hij al die tijd gevangen in een betoverde hutkoffer om zijn haar te kunnen gebruiken voor het prepareren van de Wisseldrank. Het begon allemaal wanneer Krenck na zijn arrestatie de mogelijkheid kreeg van zijn moeder om terug op vrije voeten te komen. Zij leed namelijk een slopende ziekte die haar uiteindelijk fataal zou worden. Daarom wisselde zij en Krenck van lichaam via Wisseldrank tijdens haar bezoek aan Azkaban, met toestemming van Krencks vader. Daardoor leek het dat Krenck dood was, terwijl zijn moeder stierf in Azkaban en onder zijn naam werd begraven. Krenck werd thuis door zijn vader onder de Imperiusvloek gehouden zodat hij niet kon ontsnappen, ondanks zijn "vrijheid". Krenck legt uit dat hij dankzij Winky het WK Zwerkbal heeft kunnen bijwonen, alweer met toestemming van zijn vader, maar nog steeds verkerend onder de Imperiusvloek. In de Topbox droeg hij een Onzichtbaarheidsmantel en stal daar de toverstok van Harry, waarmee hij later in het bos het Duistere Teken opriep. Dit deed hij omdat hij de Dooddoeners die Voldemort niet zochten na zijn val, schrik wilde aanjagen. Later begon Krenck zich steeds sterker te verzetten tegen de Imperiusvloek zoals bij het WK ook al het geval was. Na een gesprek tussen Krenck en Winky thuis luisterde Berta Kriel, een ambt van het Ministerie, stiekem mee. Barto Krenck ontdekte dit en bracht een Herinneringsslot bij haar aan. Berta Kriel kwam later nabij de bossen van Albanië in contact met Wormstaart die haar naar Voldemort bracht omdat ze informatie had over het Toverschool Toernooi. Voldemort zag het Toernooi dus als een manier om Harry bij hem te brengen. De vader van Krenck ontdekte waar zijn zoon mee bezig was, maar werd voor hij iets kon doen later thuis opgewacht door Voldemort die hem zelf onder de Imperiusvloek bracht. Krenck gaf zich toen zogezegd ziek op en was steeds afwezig op Zweinstein bij gelegenheden omtrent het Toernooi. Hij schreef Percy Wemel brieven waarin stond vermeld dat hij ziek was en hij gaf hem de opdracht hem te vervangen. Ook Krenck begon zich steeds sterker tegen de Imperiusvloek te verzetten en wist Wormstaart, die hem thuis bewaakte, te omzeilen. Hij vluchtte naar Zweinstein en wilde Perkamentus op de hoogte brengen van de plannen van Voldemort, maar werd later op het terrein van Zweinstein vermoord door zijn eigen zoon toen Perkamentus op weg was naar het Verboden Bos. Krenck veranderde zijn vader in een bot en begroef hem nabij Hagrids huisje. Na afloop van de ondervraging van Krenck, slaagt Cornelis Droebel erin zonder overleg hem aan de Dementors uit te leveren, die hem de Kus gaven. Perkamentus was hier helemaal niet akkoord mee, want nu kon hij niemand meer vertellen wat hij precies had aangericht. Perkamentus vertelt Droebel over de terugkeer van heer Voldemort, maar deze wil hem niet geloven. Het gesprek eindigt wanneer Droebel niet langer wil samenwerken met Perkamentus maar het schoolhoofd maakt hier verder geen problemen van. Tijdens de Eindejaarsceremonie spreekt Perkamentus zijn leerlingen toe over het feit dat Voldemort is herrezen en dat er nauw zal moeten samengewerkt om zich te verzetten tegen de Duistere kant. In de Zweinsteinexpres op weg naar huis vertelt Hermelien dat Rita Pulpers een ongeregistreerde Faunaat is: een tor. Ze heeft haar gevangen en haar gedwongen een jaar lang niets meer te schrijven voor de Ochtendprofeet. Het boek eindigt wanneer Harry met zijn oom van het perron stapt.
5. Harry Potter en de Orde van de feniks

Engelse/Originele titel: Harry Potter and the order of the phoenix
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 2003
Pagina's: 672
Verhaal:
Harry brengt zijn vakantie opnieuw door bij zijn oom en tante Duffeling in de Ligusterlaan. Hij is gefrustreerd omdat hij geïsoleerd is van al zijn vrienden (hij hoort de hele vakantie niets van hen) en hij niets hoort over Voldemort of wat deze van plan is. Op een avond worden hij en zijn neef Dirk aangevallen door Dementors. Harry gebruikt de Patronus-bezwering om ze te verjagen maar krijgt vervolgens bericht dat hij naar een hoorzitting moet, omdat minderjarige tovenaars niet mogen toveren buiten school. Een paar dagen later komt een hele groep heksen en tovenaars, waaronder de voormalige Verweer Tegen De Zwarte Kunsten-leraren Remus Lupos, (de echte) Alastor Dolleman, Romeo Wolkenveldt en Nymphadora Tops, een aardige, maar erg onhandige jonge heks, hem ophalen. Ze brengen hem naar Grimboudplein 12, het huis van Harry's peetoom Sirius Zwarts en het hoofdkwartier van de Orde van de Feniks. De Orde van de Feniks is een groep tovenaars die, in tegenstelling tot veel anderen, er wel van overtuigd zijn dat Voldemort is teruggekeerd, en ze doen er alles aan om hem tegen te houden. Enkele leden van de Orde zijn Albus Perkamentus, Zwarts, Lupos, Dolleman, meneer en mevrouw Wemel en Severus Sneep. Na herenigd te zijn met zijn vrienden Ron en Hermelien krijgt Harry eindelijk de antwoorden waar hij de hele zomer al op wacht. Het Ministerie van Toverkunst, onder leiding van Cornelis Droebel weigert te geloven dat Voldemort is teruggekeerd, en gebruikt de tovenaarskrant, de Ochtendprofeet om zowel Harry als Perkamentus af te schilderen als leugenaars. Om de magische gemeenschap ervan te overtuigen dat Voldemort wel degelijk weer leeft en om tegen hem ten strijde te trekken is de Orde van de Feniks in het geheim opnieuw opgericht. De Orde komt bijeen op geheime plaatsen. Waar Voldemort op uit is wil niemand Harry vertellen, maar Sirius besluit dat Harry volwassen genoeg is om de waarheid te kennen en vertelt hem dat Voldemort een soort wapen wil hebben. Wanneer de dag van de hoorzitting komt, gaat Harry met meneer Wemel naar het Ministerie van Toverkunst. Wanneer Harry de rechtszaal binnenkomt blijkt dat hij voor de gehele Wikenweegschaar, het rechtsprekend orgaan van de tovenaarswereld, moet verschijnen. Dit lijkt erg overdreven voor zo'n betrekkelijk klein vergrijp. Harry legt hen uit dat hij gehandeld heeft uit zelfverdediging, maar de heks die hem ondervraagt stelt hem steeds lastige vragen en legt hem woorden in de mond. Hij lijkt dan ook in eerste instantie niet te worden geloofd. Dan treedt Perkamentus op als raadsman, en die roept tot Harry's grote verbazing mevrouw Vaals, die ook in Klein Zanikem woont en wel eens als oppas fungeert, op als getuige. Tot Harry's nog grotere verbazing blijkt mevrouw Vaals een Snul te zijn (iemand uit een tovenaarsgezin die niet kan toveren maar wel magische wezens kan zien). Mevrouw Vaals heeft de Dementors gezien, en met haar getuigenis en de hulp van Perkamentus wordt Harry vrijgesproken. Perkamentus praat echter helemaal niet met Harry, of kijkt hem zelfs maar aan. Wanneer Harry na te zijn vrijgesproken weer naar buiten loopt treft hij daar meneer Wemel, die vol verbazing naar de mensenmassa kijkt die de rechtszaal uitloopt. Hij meldt bij terugkomst aan de rest van de Ordeleden dat Harry voor de volledige Wikenweegschaar moest verschijnen. Terug op Grimboudplein 12 zijn de schoolspullen gearriveerd en blijkt dat Ron en Hermelien tot Klassenoudsten zijn benoemd. Sirius, die nu gezocht wordt door het Ministerie èn Voldemort is minder blij dat het schooljaar begint, omdat hij het huis niet uit mag en na vertrek van de jongelui dus geen gezelschap meer heeft. Wanneer Harry op Zweinstein aankomt schrikt hij als hij gevleugelde paarden ziet staan voor de koetsen die hen van het station naar school brengen. Hij had ze nooit eerder gezien, en dacht altijd dat de koetsen vanzelf reden, door toverkracht. Ron en Hermelien blijken de paarden echter niet te kunnen zien en verklaren Harry voor gek. Loena Leeflang, een meisje uit Ravenklauw waarvan iedereen denkt dat ze een beetje gek is, ziet de paarden echter ook; en er blijken meer mensen te zijn die de paarden wel kunnen zien. Later blijkt tijdens een les dat alleen mensen die iemand hebben zien sterven, de paarden kunnen zien. Harry heeft het jaar ervoor Carlo Kannewasser zien sterven, toen die werd gedood door Voldemort. De schrik van het zien van de vreemde paarden is echter niets vergeleken met de schok die hij krijgt wanneer hij erachter komt wie hun nieuwe lerares Verweer tegen de Zwarte Kunsten is. Dorothea Omber, de assistent van Droebel, en de heks die hem zo gemeen ondervroeg tijdens Harry's hoorzitting. Het wordt Harry al snel duidelijk dat veel leerlingen de Ochtendprofeet geloven en denken dat Harry een leugenaar is. Daarnaast geeft professor Omber alleen maar theorie in Verweer tegen de Zwarte Kunsten, en weigert de leerlingen de zo broodnodige spreuken te leren en praktijkles te geven. Wanneer Harry protesteert, krijgt hij direct strafwerk van Omber. Tijdens zijn straf moet Harry schrijven met een veer die op magische wijze de rug van zijn hand opensnijdt als hij schrijft. Hij schrijft zonder inkt maar er verschijnen rode letters op papier: hij schrijft met zijn eigen bloed. Wanneer hij terugkomt in de leerlingenkamer verschijnt Sirius in het haardvuur. Sirius vertelt hen dat Omber niet wil dat de leerlingen "getraind worden in de strijd" omdat Droebel bang is dat Perkamentus de leerlingen als een soort privéleger wil gebruiken. Omber voert dan ook in rap tempo een hele serie zogenaamde Onderwijsdecreten in (met toestemming van Droebel) die haar meer invloed geven dan gewone leraren en wordt al snel door het Ministerie benoemd tot Hoog-Inquisiteur van Zweinstein. Hermelien en Ron komen met het idee zelf maar praktijkles Verweer tegen de Zwarte Kunsten te gaan regelen. Ze willen dan een groep oprichten waarin Harry les geeft. Het aantal leerlingen dat hiervoor geïnteresseerd blijkt te zijn is erg hoog, en tijdens de tweede bijeenkomst wordt besloten de groep de "SVP" (Strijders Van Perkamentus) te noemen. Echter na de eerste bijeenkomst wordt er meteen weer een Onderwijsdecreet ingevoerd, waardoor alle groepen, teams en clubs toestemming moeten hebben van Omber om legaal te blijven. Ervan bewust dat Omber hen nooit toestemming zal geven, gaat de SVP in het geheim door en komt bijeen in de Kamer van Hoge Nood, die hen is aangewezen door Dobby de huiself. Ook de Zwerkbalcompetitie gaat dat jaar gewoon door. Ron wordt gekozen als Wachter voor het Zwerkbalteam van Griffoendor. Als reactie hierop verzinnen de Zwadderaren het liedje "Wemel is onze vriend" waarin ze Rons kwaliteit als Wachter belachelijk te maken. Hierdoor wordt Ron ontzettend nerveus tijdens de eerste wedstrijd tegen Zwadderich, maar Harry weet de Snaai te vangen en de wedstrijd te winnen. Vervolgens begint Malfidus de ouders van Harry en de Wemels te beledigen waarop George en Harry hem aanvliegen. Omber verbant Harry dan levenslang van het Zwerkbal samen met Fred en George, en neemt hun bezems in beslag. Gedurende het schooljaar krijgt Harry steeds vreemde nachtmerries waarin bij ronddoolt door lange rechte gangen en bij een dichte deur uitkomt. Verder lijkt hij verbonden te zijn met Voldemort, en diens emoties te voelen wanneer die heel sterk zijn. Op een avond krijgt hij een droom waarin hij als slang Arthur Wemel (de vader van Ron) bijt, terwijl hij bezig was met een klus voor de Orde Van De Feniks. Hij gaat naar Perkamentus om hem te vertellen van de droom. Perkamentus neemt Harry serieus en zet een zoektocht op touw naar Arthur Wemel. Deze wordt gered. Harry durft niet te zeggen dat hij in de droom de slang zelf leek te zijn en zelfs een drang voelde om Perkamentus te bijten (zoals in de droom). Perkamentus wil niet meer dat Harry de gevoelens van Voldemort voelt en laat hem lessen volgen in Occlumentie (een methode waarmee je je gedachten af kan sluiten tegen binnendringers) die hij krijgt van Professor Sneep. Harry doet niet erg zijn best in die lessen omdat hij een vreselijke hekel aan Sneep heeft. Tijdens de Zwerkbal finale Griffoendor tegen Ravenklauw, spreekt Hagrid Harry en Hermelien aan omtrent een belangrijk onderwerp. Hij neemt de twee mee naar het Verboden Bos, waar hij onthult dat hij van reis naar de reuzen Groemp heeft meegebracht, Hagrid's halfbroer. Sinds het begin van het schooljaar houdt Hagrid hem in het Bos schuil, zodat hij niet opvalt voor buitenstaanders. Hagrid wil dat Harry en Hermelien voor hem zorgen in het geval hij zal worden ontslaan door Omber. Harry en Hermelien stemmen uiteindelijk in met moeite, maar zijn niet zeker over het welslagen van Hagrid's wens. Het is juni en de Slijmballen zijn in aantocht. Harry, Ron en Hermelien hebben haast alleen nog maar aandacht voor hun studies. Tijdens het praktijk examen van Astronomie bestormen Omber en enkele andere tovenaars Hagrids huisje met de intentie hem uit de school te laten verwijderen. Omber gelooft namelijk dat hij tot twee keer toe geprobeerd heeft Delfstoffers in haar kantoor los te laten, terwijl dit een grap was van Leo Jordaan. Hagrid weet zich te verzetten tegen de Verlamstralen en vlucht. Professor Anderling wilde Omber tegenhouden, maar kreeg zelf Lamstralen in haar borst en werd vervolgens in allerijl overgeplaatst naar het St. Holisto-ziekenhuis. Tijdens hun laatste examen raakt Harry verwikkeld in een soort dagdroom waarin hij ziet dat Sirius door Voldemort gevangen wordt gehouden en gemarteld op het Departement van Mystificatie op het Minesterie. Ron en Hermelien vertrouwen het zaakje niet en Harry wordt door hen gedwongen om te controleren of Sirius wel écht gevangengenomen is. Omdat alle communicatiekanalen door het Ministerie in de gaten gehouden worden, moet Harry opnieuw gebruikmaken van de enige haard die niet gecontroleerd wordt; de haard van Omber. Ron verzint samen met Ginny en Loena een afleiding terwijl Harry contact opneemt met Grimboudplein 12, het huis van Sirius Zwarts. Hij vindt er alleen de huiself Knijster die hem lachend zegt dat Sirius niet terug zal keren van het Departement van Mystificatie. Harry wordt echter betrapt door een razende Omber, die onthult dat zij degene was die de Dementors op Harry had afgestuurd vorige zomer. Hermelien probeert de situatie in de hand te houden en maakt Omber wijs dat ze voor Perkamentus een geheim wapen hebben gebouwd in het Verboden Bos. Eenmaal in het Bos, komen ze tegenover centauren te staan. Wanneer Omber hen beledigt, vallen ze aan en slepen ze haar verder het Bos in. Harry en Hermelien ontsnappen door de tussenkomst van Groemp. Harry wil kosten wat het kost naar het Ministerie reizen om Sirius te bevrijden uit de klauwen van Voldemort. Ron, Hermelien, Ginny, Loena en Marcel willen hem vergezellen omdat ze Harry niet in de steek willen laten. Loena stelt voor om via de Terzielers naar Londen te vliegen, maar voor Ron, Ginny en Hermelien is dit een vreemde ervaring aangezien ze de wezens niet kunnen zien. Even later arriveren de leden van de SVP aan de ingang van het Ministerie van Toverkunst. Daar komen ze tot de ontdekking dat het Atrium volledig is uitgestorven; zelfs de bewaking is afwezig. Ze nemen de lift naar het Departement van Mystificatie en gaan door de ontgrendelde deur, waarvan Harry meermaals droomde in zijn slaap. In de ronde kamer kiezen ze een willekeurige deur en ze komen terecht in de Hersenkamer, die in verbinding staat met de Kamer des Doods. Hier ontdekken ze de mysterieuze boog met het gordijn, maar ze beseffen al snel dat ze hier niet moeten zijn. Ook de volgende ruimte, de Tijdkamer, lijkt niet de juiste bestemming en ze nemen uiteindelijk de deur naar de juiste ruimte, de Hal der Profetiën. Bij rij 97 ontdekt Harry de glazen bol uit zijn dromen en pakt hem uit de rek. Op dat moment komt hij oog in oog te staan met de Dooddoeners, die hem in een val hebben gelokt. Lucius Malfidus eist de glazen bol op, maar Harry verzet zich. Samen met de anderen weet hij te vluchten en voor ze het beseffen breekt er een strijd los op het Departement. Verschillende Dooddoeners worden uitgeschakeld, maar ook Hermelien, Ron en Marcel krijgen het te verduren. In de Kamer des Doods valt de Profetie uit Harry's gewaad, wanneer hij Marcel op de stenen banken wil hijsen. Hij valt stuk en een gedaante stijgt op uit de scherven om vervolgens weer te verdwijnen. In het strijdgewoel waren enkel Harry en Marcel getuigen van de afgespeelde Profetie, ook al konden ze hem door het lawaai niet horen. Even later arriveren de Schouwers in de Kamer die zich in de strijd mengen. Ook Perkamentus verschijnt ten tonele, maar wanneer de Schouwers lijken te winnen van de Dooddoeners, spreekt Bellatrix van Detta een dodelijke spreuk uit over Sirius Zwarts. Hij valt achterover door het zwarte gordijn om vervolgens niet meer te voorschijn te komen. Harry begrijpt het niet en achtervolgt de vluchtende Bellatrix uit extreme woede. In het Atrium gebruikt Harry een Onvergeeflijke Vloek om zich te wreken op Bellatrix, maar deze is niet krachtig genoeg om haar te doen lijden. De strijd tussen hun twee gaat verder, maar plots krijgt de Dooddoener versterking door Voldemort, die plots is komen opdagen. Door toedoen van Perkamentus ontsnapt Harry nipt van de dood, en nu loopt de strijd tussen hem en Voldemort. Perkamentus weet Voldemort af te schudden door hem in een cocon van glasachtig materiaal te omwikkelen. Wanneer Voldemort dreigt te verliezen, verdwijnt hij en kruipt hij in het lichaam van Harry. Door de mond van Harry zegt hij dat hij Harry zal moeten vermoorden om hem uit te schakelen. Voldemorts plan is van korte duur wanneer hij uit Harry's lichaam wordt verdreven door de intense liefde die Harry bezit. De Minister van Toverkunst verschijnt samen met andere tovenaars en ontdekken dat Voldemort echt is teruggekeerd. Nadat Voldemort en Bellatrix zijn verdwenen, brengt Perkamentus Harry naar de kamer van het schoolhoofd op Zweinstein. Hijzelf bespreekt met Cornelis Droebel de gebeurtenissen van die nacht. Even later op Zweinstein vertelt Perkamentus Harry over de profetie die over hem en Voldemort is uitgesproken. Het verbindt hen om magische reden en Voldemort was er al een lange tijd op uit om de profetie te pakken te krijgen. Zwamdrift zou vlak voor Harry's geboorte een voorspelling hebben gedaan over hun twee dat de één niet kan voortleven als de andere niet dood is. De één zou sterven door toedoen van de andere. Dat is meteen de reden waarom Voldemort Harry per se wou aanvallen, omdat hij dacht dat Harry hem ooit zou gaan vermoorden. Aangezien Voldemort nooit de profetie volledig heeft gehoord, bezorgde hij Harry het litteken zonder te beseffen dat hij Harry meteen een deel van zijn kracht bezorgde en zelf gereduceerd werd tot schim. Als Harry aan het einde van het jaar terugkomt met de Zweinsteinexpres (de schooltrein), wordt hij opgewacht door meneer en mevrouw Wemel, Tops, Dolleman en Lupos. Zij vertellen aan de Duffelingen dat ze met hen te maken krijgen als ze Harry slecht behandelen. Na het gesprek gaat Harry met de Duffelingen naar huis.
6. Harry Potter en de Halfbloed prins

Engelse/Originele titel: Harry potter and the Half-Blood prince
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 2005
Pagina's: 496
Verhaal:
Cornelis Droebel brengt een bezoek aan de Britse Dreuzelpremier. Het blijkt dat Droebel geen Minister van Toverkunst meer is maar is opgevolgd door Rufus Schobbejak. Droebel fungeert nog wel als woordvoerder en hij bespreekt met de Dreuzelpremier de rampspoed die de Dreuzelwereld de voorgaande weken is overkomen. Het blijkt dat een aantal Dooddoeners (volgelingen van de herrezen Voldemort) verantwoordelijk is voor rampen als wervelstormen, plotseling instortende bruggen en diverse onverklaarbare moorden. De Dooddoeners zijn dus weer volop actief, zowel in de Dreuzelwereld als in de tovenaarswereld. Severus Sneep, toverdrankleraar van Zweinstein en (mogelijk) dubbelspion, legt een Onbreekbare Eed af aan Narcissa Malfidus waarin hij belooft dat hij haar zoon, Draco Malfidus, zal helpen bij het uitvoeren van de op dat moment voor de lezer nog onbekende taak waarmee Voldemort hem heeft belast. Harry Potter wordt al vroeg in de schoolvakantie door Professor Perkamentus opgehaald bij zijn oom en tante. Perkamentus vertelt Harry dat die alle bezittingen van Sirius Zwarts geërfd heeft en dus ook diens huis en de huis-elf Knijster. Harry wil noch het huis, noch Knijster houden. Hij stuurt Knijster naar de keukens in Zweinstein en geeft het huis van Sirius, Grimboudplein 12, aan de Orde van de Feniks zodat het gebruikt kan blijven worden als hoofdkwartier. Daarna neemt Perkamentus hem mee naar het huis van een tovenaar, Hildebrand Slakhoorn, om hem over te halen weer les te komen geven op Zweinstein. Het gesprek verloopt stroef maar wanneer Perkamentus even naar het toilet gaat weet Harry Slakhoorn over te halen. Harry wordt daarna door Perkamentus afgezet bij Het Nest, het huis van de Wemels. Voordat Perkamentus vertrekt vertelt hij Harry dat hij hem dit jaar privéles zal geven. In het Nest wordt hij niet alleen herenigd met Hermelien en de Wemels, maar ook met Fleur Delacour, die gaat trouwen met Rons broer Bill. Mevrouw Wemel en Ginny vinden het vooruitzicht om Fleur in de familie te hebben niet echt prettig. Tijdens Harry's verblijf in Het Nest wordt hij op een avond bezocht door de nieuwe minister van toverkunst Rufus Schobbejak en zijn assistent Percy Wemel. Percy zegt niet veel tegen Harry of zijn familie. De reden van dit bezoek is omdat Rufus een voorstel heeft voor Harry. Hij probeert Harry over te halen en later te dwingen om het poster-jongetje te worden van het Ministerie, om hoop te geven aan de magische bevolking. Hij wil laten zien dat Harry, de uitverkorene, één is met het Ministerie van Toverkunst. Harry weigert dit echter. Rufus is beledigd maar biecht op dat ook Perkamentus er zo over dacht. De twee vertrekken later en laten Harry en de Wemels weer verdergaan aan hun avondmaal. Tijdens hun inkopen op de Wegisweg komen Harry, Ron en Hermelien Draco Malfidus tegen, die samen met zijn moeder een nieuw gewaad wil aanschaffen. Draco wordt kwaad wanneer Madame Mallekin zijn mouw wil opstropen. Wanneer het gezelschap een bezoekje brengt aan Tovertweelings Topfopshop de winkel van Fred en George Wemel, de tweelingbroers van Ron die vorig jaar per bezem van Zweinstein zijn vertrokken, zien ze Malfidus de Verdonkeremaansteeg inrennen en volgen hem. Bij Odius & Oorlof, een winkel in in- en verkoop van Duistere zaken, zien ze hoe Malfidus van de eigenaar wil weten hoe hij iets moet repareren en dat de eigenaar iets voor Malfidus in bewaring moet houden. Daarna bedreigt Malfidus hem met iets, wat Harry niet kan zien. Harry concludeert hieruit dat Malfidus zijn vader heeft vervangen als Dooddoener van Voldemort. Ron en Hermelien geloven dit niet omdat Malfidus nog veel te jong en onervaren is. Weer teruggekomen in Het Nest ontvangen Harry, Ron en Hermelien de resultaten van hun S.L.IJ.M.B.A.L.-examens. Harry heeft net een graad te laag gehaald om door te mogen met het schoolvak Toverdranken, dat hij nodig heeft als hij Schouwer wil worden. Omdat Slakhoorn niet zulke hoge eisen stelt als Sneep, kan Harry toch door met Toverdranken, en omdat hij geen boeken heeft gekocht mag hij er tijdelijk één gebruiken uit de kast die in het klaslokaal staat. Het boek blijkt volgekliederd te zijn door de vorige eigenaar en allerlei handgeschreven aanwijzingen te bevatten, waardoor Harry ineens uitblinkt in Toverdranken en de eerste les een prijs wint: een flesje geluksdrank, Felix Fortunatis. Het boek was vroeger eigendom van ene Halfbloed Prins, maar wie dit is, weet Harry niet. In het boek staan ook enkele spreuken die de "Prins" zelf bedacht heeft. Ondertussen krijgt Harry zijn eerste privéles van Professor Perkamentus. In deze les krijgt Harry te zien hoe de moeder van Voldemort verliefd werd op Marten Vilijn senior en hoe ze uiteindelijk ontsnapte aan de woede van haar vader. Ook is Harry aanvoerder van het Zwerkbalteam geworden en moet hij een nieuw team samenstellen. Na drie Jagers (onder wie Katja Bell en Ginny Wemel) en twee Drijvers te hebben gekozen, moet Harry een Wachter kiezen, uit twee kandidaten: Ron en een zevendejaars, Magnus Stoker. Ron doet het beter, dus wordt hij Wachter. Later bekent Hermelien aan Harry dat ze Stoker behekst had om Ron te laten winnen. Verder gebeurt er ook op het gebied van de liefde het een en ander op Zweinstein. Hermelien vraagt Ron mee uit naar het kerstfeestje van Slakhoorn, maar nadat Ron zijn zus Ginny met Daan Tomas heeft zien zoenen, reageert hij zijn woede af op Hermelien en krijgt hij een relatie met Belinda Broom, om wraak te nemen op zowel Ginny als Hermelien, die vroeger gezoend heeft met Viktor Kruml. De jaloerse Hermelien neemt daarom Magnus Stoker mee naar het kerstfeestje, alleen om Ron te pesten. Harry was ook getuige van Ginny en Daans zoenen, waardoor voor hem zijn gevoelens voor Ginny duidelijk worden. Harry is echter bang voor wat Ron ervan zou vinden. Als Daan en Ginny uit elkaar gaan, weet hij dan ook niet helemaal wat hij moet doen. Uiteindelijk komen Harry en Ginny bij elkaar na een gewonnen Zwerkbalwedstrijd. Vervolgens maakt Belinda het uit met Ron, waarna er signalen zijn dat het tussen Hermelien en Ron iets zal gaan worden. Perkamentus heeft aan de hand van de herinneringen aan het verleden van Voldemort een theorie ontwikkeld over de manier waarop Voldemort probeert onsterfelijk te worden. Hij heeft echter nog één herinnering aan het verleden nodig, die Harry professor Slakhoorn moet aftroggelen. Na lange tijd lukt dit. Het wordt duidelijk dat Voldemort zeven zogenaamde Gruzielementen heeft gemaakt. Op deze manier probeert hij zijn onsterfelijkheid te garanderen. Twee van deze Gruzielementen zijn al vernietigd. Op een gegeven moment heeft Professor Perkamentus een Gruzielement van Voldemort gelokaliseerd in een grot aan de zee. Hij neemt Harry mee om het Gruzielement te vernietigen, maar voordat ze vertrekken vraagt Harry aan Ron en Hermelien om Malfidus en Sneep in de gaten te houden, nu Perkamentus weg is. Het Gruzielement wordt zeer zwaar bewaakt en om het te verkrijgen moet Perkamentus een grote hoeveelheid vergif opdrinken. Hij geeft Harry de taak ervoor te zorgen dat hij blijft drinken ongeacht de uitwerking. Harry doet dit en ze bemachtigen het Gruzielement, maar Perkamentus is erg verzwakt. Ze worden tevens aangevallen door Necroten, de dode bewakers van het Gruzielement. Eenmaal terug in Zweinsveld krijgen ze de schrik van hun leven wanneer het Duistere Teken boven Zweinstein zweeft. Ze haasten zich naar de school en komen aan bij de Astronomietoren. Wanneer Draco Malfidus naar boven komt, verlamt Perkamentus Harry (die onder zijn Onzichtbaarheismantel zit) om vervolgens ontwapend te worden door Malfidus. Malfidus zegt dat het zijn taak is Perkamentus te doden, wat hij geprobeerd heeft met de ketting en de wijn. Ook heeft hij met behulp van twee identieke Verdwijnkasten Dooddoeners binnengelaten die nu beneden vechten met leden van de Orde van de Feniks. De ene Verdwijnkast was op Zweinstein, in de Kamer van Hoge Nood, de tweede in Odius & Oorlof. Perkamentus vraagt hem over te lopen naar de goede kant, omdat hij niet gelooft dat Draco echt slecht is, maar voordat Malfidus kan beslissen arriveren er enkele Dooddoeners. Omdat Draco niet in staat is Perkamentus te vermoorden, doet Sneep dit met de Avada Kedavra-vloek. Door deze vloek sterft Perkamentus en door de schokgolf van de spreuk valt Perkamentus van de Astronomietoren af. Met hun missie volbracht vluchten Malfidus en Sneep. Harry, die inmiddels weer kan bewegen, rent hen achterna en komt midden in het gevecht terecht. Hij sprint naar de uitgang van het kasteel, waar Hagrid de Dooddoeners probeert tegen te houden de poort te bereiken. Vanaf de poort kunnen de Dooddoeners verdwijnselen. Harry haalt Sneep in en ze duelleren. Sneep weet elke vloek van Harry te pareren, maar doet geen poging terug te vechten. Wanneer Harry de sectumsempra-spreuk probeert, onthult Sneep dat hij halfbloed prins is. Sneep weet dan te ontsnappen, waarop Harry de rest op de hoogte brengt van Perkamentus' dood en Sneeps verraad. Professor Anderling neemt tijdelijk de leiding van de school op zich en terwijl de rest van de school net wakker wordt, zingt Felix een klaaglied voor Perkamentus. Bill is zwaar toegetakeld tijdens het gevecht, en omdat hij door een weerwolf is aangevallen zal hij nooit meer de oude worden. Mevrouw Wemel is verbaasd als Fleur nog steeds met Bill wil trouwen en de twee maken het goed. Tot zijn grote schrik ontdekt Harry dat het Gruzielement dat ze gevonden hebben, nep is. Het bevat wel een briefje waarin ene R.A.Z. zegt dat hij het echte Gruzielement heeft en dit zal vernietigen en dat hij hoopt dat, wanneer Voldemort zijn gelijke vindt, hij weer sterfelijk zal zijn. Hermelien is erachter gekomen dat Sneeps moeder Ellen Prins heette en dat zijn vader een Dreuzel was. Vandaar de naam Halfbloed Prins. Perkamentus krijgt een eervolle begrafenis op het terrein van Zweinstein, en velen komen een laatste eer aan hem bewijzen, waaronder ook de Meermensen en de Centauren. Hagrid draagt zijn lichaam naar het midden. Dan verschijnen er plotseling vlammen en ligt Perkamentus in een witte tombe. Op de begrafenis wordt Harry opnieuw benaderd door Schobbejak, maar Harry wijst zijn aanbod opnieuw af. Ook weigert hij iedereen, behalve Ron en Hermelien iets te vertellen over het Gruzielement, aangezien hij dit beloofd had aan Perkamentus. Harry deelt zijn twee beste vrienden mee, dat hij het volgende schooljaar mogelijk niet terugkeert naar Zweinstein. Hij wil het volgende schooljaar benutten om de resterende Gruzielementen te vernietigen en Voldemort (en zo nodig professor Sneep) te doden. Ron en Hermelien zeggen dat ze met hem meegaan en Harry weet dat voordat de moeilijke tocht zal beginnen, hij nog één zomervakantie kan doorbrengen met zijn vrienden.
7. Harry Potter en de relieken van de dood

Engelse/Originele titel: Harry Potter and the Deadly Hallows
Auteur: J.K. Rowling
Genre: Fantasie
Uitgegeven: 2007
Pagina's: 541
Verhaal:
Het verhaal begint met Heer Voldemort en de Dooddoeners die samen plannen smeden om Harry te vermoorden. De Dooddoeners komen bijeen in het huis van de familie Malfidus, waar Severus Sneep Voldemort exact vertelt wanneer Harry het huis van zijn oom en tante aan de Ligusterlaan zal verlaten en hoe dat zal gebeuren. Ongeveer tegelijkertijd ruziet Harry met zijn oom. Hij heeft zijn oom gewaarschuwd dat, zodra hij zeventien en dus meerderjarig wordt, de magische bescherming die hij en zijn familie genoten, zal verdwijnen. Vanaf dat moment loopt dus ook zijn familie gevaar. De Duffelingen stemmen er uiteindelijk mee in dat ze hun huis zullen moeten verlaten, en gaan, niet zonder tegenstribbelen, mee met de heks Hecuba Jacobs en de tovenaar Dedalus Diggel die hen komen ophalen. Vlak voor hun vertrek bedankt Harry's neef Dirk Harry nog (tot diens stomme verbazing) voor het redden van zijn leven, twee jaar eerder. Wanneer de Duffelingen verdwenen zijn, wacht Harry tot hij wordt opgehaald door de Orde van de Feniks. Alastor Dolleman, Hagrid, Bill Wemel, zijn aanstaande vrouw Fleur Delacour, Remus Lupos, zijn vrouw Nymphadora Tops, Romeo Wolkenveldt, meneer Wemel, Fred, George, Ron, Hermelien, en Levenius Lorrebos zijn van de partij. Zes van de aanwezigen drinken Wisseldrank en veranderen allemaal in Harry, zodat er zeven Harry Potters zijn. Elk van de "Harry's" gaat op reis met een andere tovenaar, en ze gaan uit veiligheidsoverwegingen eerst allemaal naar een andere locatie, om Voldemort op een dwaalspoor te zetten. De Orde vermoedt dat Voldemort weet van de plannen om Harry weg te halen van de Ligusterlaan dus alle veiligheidsmaatregelen zijn uit de kast gehaald. Alle zeven locaties zijn streng beveiligd, en het plan is dat zodra iedereen op zijn geplande bestemming is aangekomen, men door middel van een Viavia naar het Nest zal reizen, het huis van de Familie Wemel. Al snel blijkt dat Voldemort inderdaad op de hoogte was van de plannen, en Harry en de anderen worden terwijl ze naar de verschillende schuilplaatsen vliegen aangevallen door Voldemort en de Dooddoeners. Harry, die samen met Hagrid op de oude motorfiets van Sirius Zwarts reist, verliest zijn uil Hedwig in het gevecht wanneer ze geraakt wordt door een vloek. Tijdens de reis wordt Alastor Dolleman gedood en stort ter aarde en verliest George Wemel een oor. Behalve Dolleman en Levenius Lorrebos, die vlak nadat ze opgestegen waren en werden aangevallen verdwijnselde, bereikt uiteindelijk iedereen veilig het Nest. George's oor kan niet meer magisch aangegroeid worden omdat het door Duistere Magie is afgerukt. Hij grapt dat nu eindelijk iedereen een mogelijkheid heeft om hem en zijn tweelingbroer uit elkaar te houden. In het Nest zijn de voorbereidingen voor het huwelijk van Bill en Fleur in volle gang. Tijdens de voorbereidingen wil Harry graag met Ron en Hermelien praten over hun plannen voor het komend jaar. Harry had al besloten niet meer naar school te gaan maar in plaats daarvan te zoeken naar de nog resterende Gruzielementen van Voldemort en wil weten wat Ron en Hermelien daarvan vinden. Wanneer het hen eindelijk lukt ongestoord te praten (Molly Wemel verhindert dit steeds omdat ze vermoedt dat ze er vandoor willen gaan) blijkt dat Ron en Hermelien inderdaad hun belofte gestand willen doen om met Harry mee te gaan om hem te helpen. Ze treffen onopgemerkt de nodige voorbereidingen (Hermelien weet al hun benodigdheden in een magisch verkleinende handtas te stoppen) en zijn klaar voor vertrek, dat gepland staat voor de dag na de bruiloft. Voordat de festiviteiten beginnen krijgen Harry, Ron en Hermelien echter bezoek van Rufus Schobbejak, de Minister van Toverkunst, die hen komt vertellen dat Perkamentus hen enkele zaken heeft nagelaten. Ron krijgt de Uitsteker, Hermelien een geheimzinnig boek geheel geschreven in Oude Runen, en Harry de eerste Goude Snaai die hij ooit tijdens zijn eerste zwerkbalwedstrijd heeft gevangen. Harry erft ook het originele zwaard van Goderic Griffoendor, maar Schobbejak is niet bereid om het zwaard aan Harry te overhandigen omdat hij vindt dat dit hem niet rechtens toekomt. Op de bruiloft is Harry met behulp van Wisseldrank veranderd in het duplicaat van een roodharige dreuzeljongen uit het dorp om hem te beschermen tegen mogelijke undercover Dooddoeners. Ook blijkt Viktor Kruml aanwezig te zijn. Harry raakt in gesprek met Kruml die hem attent maakt op een medaillon dat de vader van Loena draagt en wat een symbool zou zijn van de boze tovenaar Grindelwald. Kruml vertelt Harry dat niemand die zo'n symbool draagt te vertrouwen is. Kruml is teleurgesteld als hij ziet dat Hermelien en Ron innig dansen en vraagt vervolgens Harry of Ginny nog vrij is. Harry moet hem teleurstellen en Kruml verzucht dat het geen pretje is om een bekende Zwerkbalspeler te zijn als alle leuke meisjes al bezet blijken. Tijdens het feest na afloop van de trouwerij worden de bezoekers ineens gewaarschuwd (door de Patronus van Romeo Wolkenveldt) dat Rufus Schobbejak is vermoord en dat Voldemort de macht heeft overgenomen. De Dooddoeners arriveren meteen daarna op het feest. Harry, Ron en Hermelien weten te ontvluchten midden in de chaos die er ontstaat bij het uitbreken van het gevecht. Naar een idee van Hermelien duiken ze eerst onder in Londen. Echter vrijwel direct zitten hen weer twee Dooddoeners op de hielen, waarmee ze in gevecht raken in een koffietentje. Nadat de Dooddoeners bewusteloos zijn geraakt door verlamspreuken weet Hermelien hun geheugen te modificeren waardoor ze zich niet meer herinneren de drie te zijn tegengekomen. Ze besluiten zich vervolgens schuil te houden in Sirius' huis aan het Grimboudplein 12 in Londen. Het huis treffen ze in wanorde aan en later blijkt dat alle kasten doorzocht zijn. Knijster, de huiself, is er nog wel, en is nog even verbitterd als voorheen. Wanneer Harry door het huis dwaalt, valt hem een naambordje op op de slaapkamerdeur van Sirius' broer Regulus. Regulus' initialen zijn namelijk R.A.Z., dezelfde initialen als die op het briefje in het nep-Gruzielement staan dat hij enkele maanden daarvoor met Perkamentus had gevonden. Hij komt op het idee om Knijster om hulp te vragen, omdat deze twee jaar eerder extreem veel interesse leek te hebben in de glimmende artefacten uit huize Zwarts, en het dus wel eens mogelijk zou kunnen zijn dat het echte Gruzielement in Knijsters bezit is. Knijster geeft toe het medaillon aanvankelijk wel uit de afvalzak te hebben gepakt, maar vertelt dat het daarna is gestolen door Levenius Lorrebos. De verstandhouding tussen Harry en de elf verbetert langzaam nadat Hermelien hem geadviseerd heeft om vriendelijk tegen hem te zijn. Wanneer Harry op het idee komt om Knijster het nep-Gruzielement (het oude medaillon) te geven, draait Knijster uiteindelijk helemaal bij, en beschouwt hij Harry als zijn echte Meester. Harry laat Knijster Levenius opsporen en ophalen om het medaillon te achterhalen, maar die heeft het moeten afstaan aan Dorothea Omber. Knijster blijkt een grote rol te hebben gespeeld in de plaatsing en de verwijdering van het originele Gruzielement uit de betoverde grot. Hij is namelijk met Voldemort naar de grot gegaan om het medaillon te plaatsen, en met zijn meester Regulus mee gegaan om het te verwisselen voor een nep-medaillon. Knijster laat de ochtendprofeet zien waarin staat dat Sneep schoolhoofd van Zweinstein is geworden. Dat is erg schokkend nieuws voor Harry, Ron en Hermelien. Harry, Ron en Hermelien gaan naar het Ministerie van Toverkunst en dringen er binnen, vermomd als andere heksen en tovenaars die daar werken. Al snel blijkt dat het hele Ministerie onder leiding van Dorothea Omber werkt aan de onderdrukking en marteling van Dreuzeltelgen (heksen en tovenaars geboren uit Dreuzelouders). Volgens de nieuwe vertegenwoordigers hebben Dreuzeltelgen hun toverkracht gestolen, omdat ze het niet zelf geërfd kunnen hebben. Ze dienen daarom vervolgd te worden en moeten zich melden ter registratie. Omber blijkt het echte medaillon om haar nek te dragen. Na een gevecht weten de drie het medaillon te bemachtigen en het Ministerie te ontvluchten. Omdat Jeegers Hermelien vasthield toen ze terugverdwijnselden naar Grimboudplein 12, liet Hermelien (die ook geheimhouder is sinds de dood van Perkamentus) Jeegers onbedoeld Grimboudplein 12 zien. Daardoor weten de Dooddoeners van Grimboudplein 12, en kunnen Harry, Ron en Hermelien dat niet meer als schuilplaats gebruiken. Om die reden moeten ze telkens op andere plaatsen verblijven. Ze gaan kamperen (Hermelien heeft zelfs een tent meegenomen in haar magisch verkleinende handtas) en verhullen steeds hun aanwezigheid met diverse ingewikkelde spreuken en bezweringen om te voorkomen dat ze opgespoord worden. Omdat ze nog geen methode kennen om Gruzielementen te vernietigen, dragen ze het medaillion om beurten om hun hals. Het dragen van het medaillon lijkt duidelijk gevolgen te hebben voor het humeur van de drager. Het beïnvloedt de gedachten en het gedrag van de drager, en al snel krijgen de drie ruzie en rijst er onderling wantrouwen. Na een enorme ruzie verdwijnt Ron en blijven Harry en Hermelien samen over. Zoals Harry voor de zomervakantie al van plan was, gaat de reis naar zijn geboorteplaats Goderics Eind, en naar zijn geboortehuis in de Halvemaanstraat. Op het kerkhof van Goderics Eind vinden ze het graf van Harry's ouders. Bij de restanten van het huis van de Potters treffen ze een heks aan. Het blijkt Mathilda Belladonna te zijn, de heks die De geschiedenis van de Toverkunst (het schoolgeschiedenisboek) heeft geschreven. Ze wenkt hen en ze gaan mee naar haar huis, omdat ze denken dat Perkamentus haar het zwaard van Griffoendor in bewaring heeft gegeven en ze het daar kunnen bemachtigen. Dit bleek echter niet zo te zijn: Mathilda Belladonna was al enige tijd dood en haar lichaam werd gebruikt door Voldemort om Harry in de val te lokken. Hij gaf zijn slang, Nagini, opdracht haar lichaam te bezetten, en Harry en Hermelien mee te lokken naar het huis waar Voldemort Harry dan zou kunnen doden. Voldemort's plan mislukt echter omdat Harry Voldemort "aanvoelt" en ziet dat ze groot gevaar lopen. Wanneer Voldemort merkt dat Harry en Hermelien willen ontsnappen laat hij Nagini hen aanvallen. Tijdens het gevecht en de ontsnapping breekt Harry's toverstaf. Deze valt niet meer te repareren. Wanneer Harry op een avond door een hem onbekende Patronus van in de vorm van een hinde bij de tent wordt weggelokt, vindt hij onder het ijs van een vennetje het zwaard van Goderic Griffoendor. Hij besluit te duiken, maar het medaillon dat hij nog om zijn hals heeft probeert hem te wurgen. Hij wordt gered door Ron, die weer is teruggekeerd en hem net op tijd vindt. Ron vernietigt het medaillon met het zwaard van Griffoendor. Ron vertelt Harry en Hermelien ook dat hij erachter is gekomen hoe het kwam dat de Dooddoeners hen in het kroegje in Londen zo snel op het spoor kwamen: er rust namelijk een magisch Taboe op de naam "Voldemort". Zodra iemand de naam uitspreekt, weten de Dooddoeners dat, en is ook de locatie bekend van degene die de naam uitsprak. Het boek dat Hermelien van Perkamentus had gekregen bevat een voor Hermelien onbekend teken. Harry herinnert zich dat hij hetzelfde teken tijdens de bruiloft ook op het gewaad van Xenofilus Leeflang, de vader van Loena, had gezien. Hermelien had het teken ook op een graf op het kerkhof in Goderics Eind gezien. Ze besluiten Leeflang te bezoeken en hem te vragen wat het geheimzinnige teken inhoudt, omdat ze het gevoel hebben dat het noodzakelijk is het te weten te komen. Leeflang vertelt hen van de Dodelijken, een sprookje voor kinderen. Drie broers willen de Dood overwinnen en kunnen wanneer hen dat lukt een wens doen. De eerste wenste een onoverwinnelijke toverstaf, en kreeg die (de Zegevlier). De tweede wilde de macht om de doden tot leven te wekken en kreeg een ring met een steen die die macht had (de Steen van Wederkeer). De derde echter wenste dat hij de dood zou kunnen ontlopen, en kreeg vervolgens een onzichtbaarheidsmantel. Samen vormen ze (de staf, de steen en de mantel) het teken dat Hermelien had gezien, bestaande uit een cirkel met daardoorheen een verticale lijn, samen in een gelijkzijdige driehoek. Hermelien doet het hele verhaal af als onzin, maar Harry ziet er wel analogieën in met de Gruzielementen en de huidige gebeurtenissen. Hij realiseert zich dat hij een van de drie relieken al jaren in zijn bezit heeft, namelijk de onzichtbaarheidsmantel. Daarmee concludeert hij dat de andere twee relieken ook moeten bestaan en dat het verhaal niet zo maar een verhaal is. Hij denkt dat hij moet afstammen van de derde en jongste broer, omdat de mantel van generatie op generatie is doorgegeven en zo bij hem terecht is gekomen. Harry realiseert zich dat de ring die Perkamentus vernietigde, het eerste Gruzielement, een steen bevatte met hetzelfde logo. Ook begrijpt hij nu ineens wat Voldemort al het hele jaar probeerde te vinden, namelijk de toverstaf. De drie zoeken steeds andere plaatsen om te overnachten en smeden plannen om de andere Gruzielementen te bemachtigen en vernietigen. Ze weten echter nog niet wat de andere Gruzielementen zijn. Op een avond tijdens een felle discussie noemt Harry per ongeluk opnieuw de naam van Voldemort en worden ze als resultante opgespoord en meegenomen door Bloedhonden naar het landhuis van de familie Malfidus. Harry en Ron worden daar in een kerker opgesloten, terwijl Hermelien gemarteld wordt door Bellatrix van Detta om informatie te krijgen. Harry en Ron zitten in dezelfde kerker als Olivander, de toverstokmaker, Loena Leeflang, en Grijphaak, de kobold die in de tovenaarsbank Goudgrijp werkt. Grijphaak vertelt hen dat er recent iets in de kluis van Bellatrix is gelegd, en Harry vermoedt dat het om een Gruzielement gaat omdat Bellatrix van Detta ongewoon ongerust wordt bij het idee dat Harry in de kluis ingebroken zou kunnen hebben. Zij denkt namelijk dat het zwaard van Griffoendor, dat de dooddoeners in hun tent gevonden hadden, uit haar kluis komt. In werkelijkheid is het zwaard dat in haar kluis ligt een kopie. Doordat Dobby in en uit de kerker kan verdwijnselen, hebben ze een methode om te ontsnappen. Terwijl Dobby Olivander en Loena wegbrengt, komt Pippeling de kerker binnen. Ze weten hem te overmeesteren en uit de kerker te ontsnappen en ze gaan een gevecht met de dooddoeners aan om Hermelien te bevrijden, tijdens het gevecht kan Harry de staf van Draco, Bellatrix en van een bloedhond bemachtigen als vervanging voor zijn eigen gebroken staf. Vervolgens wordt Pippeling gewurgd door zijn eigen zilveren hand en Dobby wordt doodgestoken door Bellatrix bij hun ontsnapping. Ze vluchten naar het huis van Bill en Fleur, waar Olivander en Grijphaak (Olivander heeft heel lang vast gezeten en Grijphaak is gemarteld) worden opgelapt. Harry wil graag met Grijphaak spreken. Harry vraagt aan Grijphaak om hen te helpen om in de kluis van Bellatrix in Goudgrijp te komen. Grijphaak wil in ruil daarvoor het zwaard van Griffoendor terug hebben, omdat het door kobolden is gesmeed en kobolden van mening zijn dat een object altijd eigendom blijft van de maker. Hermelien drinkt Wisseldrank en gaat vermomd als Bellatrix van Detta met Harry, Ron en Grijphaak naar de bank. Ze weten de kluis te bereiken en daar de beker van Helga Huffelpuf, inderdaad een Gruzielement, te pakken te krijgen. Op dat moment steelt Grijphaak het zwaard van Harry en rent weg om de kobolden te waarschuwen. De kobolden merken dat ze inbrekers zijn en zetten alle veiligheidsmaatregelen in werking. Harry, Ron en Hermelien weten op de rug van een halfblinde draak die Goudgrijp bewaakt te vluchten. Ze nemen de beker mee maar kunnen het nog niet vernietigen, omdat ze het zwaard nu kwijt zijn en ze nog geen andere methode weten om Gruzielementen te vernietigen. Harry heeft, door zijn litteken, nog steeds een geestelijke band met Voldemort. Hij ziet regelmatig wat Voldemort denkt. Wanneer Harry ziet dat Voldemort beseft dat ze van zijn Gruzielementen op de hoogte zijn en deze proberen te vernietigen, komt Harry er achter dat het laatste Gruzielement zich op Zweinstein bevindt. Hij besluit naar Zweinsveld te gaan. Wanneer Harry, Ron en Hermelien onder de Onzichtbaarheidsmantel daar naartoe Verschijnselen, worden ze direct omsingeld door Dooddoeners, die hen echter niet kunnen zien. Het blijkt dat er een Verschijnselalarm rondom het stadje is geplaatst, dat afgaat zodra er iemand binnendringt. De drie worden gered door de broer van Professor Perkamentus, Desiderius Perkamentus, die hen snel naar binnen trekt in zijn kroeg, de Zwijnskop. Vanuit zijn huis blijkt een tot dan toe onbekende geheime gang te lopen die uitkomt in de Kamer van Hoge Nood op Zweinstein. Marcel Lubbermans haalt hen op vanuit de Zwijnskop en neemt hen mee. Eenmaal aangekomen op Zweinstein blijkt dat de Kamer van Hoge Nood vol is met de oude leden van de Strijders van Perkamentus, enkele leden van de Orde van de Feniks en andere medestrijders. Harry en zijn vrienden worden als helden binnengehaald. Harry denkt dat Voldemorts laatste Gruzielement misschien een voorwerp van Rowena Ravenklauw is, en vraagt hen of iemand weet of Rowena Ravenklauw een bijzondere bezitting had. Het blijkt dat Ravenklauw een diadeem bezat, waarvan in de leerlingenkamer van Ravenklauw een afbeelding te vinden is. Loena neemt Harry onder de Onzichtbaarheidsmantel mee naar de leerlingenkamer om hem die afbeelding te laten zien, maar ze worden aangevallen door een Dooddoener (Alecto Kragge) die inmiddels lesgeeft aan Zweinstein. Ze weten te ontsnappen doordat Loena de lerares verlamt, maar niet voordat die lerares het Duistere Teken op haar arm heeft aangeraakt en op die manier Voldemort inlicht over het feit dat ze Harry Potter heeft gevonden. Ron en Hermelien gaan ondertussen terug naar de Geheime Kamer en halen daar de tanden van de Basilisk op. Het gif van een Basilisk is één van de weinige zaken die sterk genoeg zijn om Gruzielementen te vernietigen. Hermelien doorboort de beker van Huffelpuf met de basilisktanden en vernietigt zo dit Gruzielement. Harry besluit op zoek te gaan naar de Grijze Dame, het afdelingsspook van Ravenklauw, om haar te vragen of zij weet waar de diadeem is. Zij vertelt hem dat zij de dochter van Rowena Ravenklauw is, en dat zij vroeger de diadeem van haar moeder gestolen heeft. Ze kreeg spijt en verstopte de diadeem in Albanië. Voldemort wist dit ook en heeft de diadeem daar gevonden en als Gruzielement gebruikt. Harry herinnert zich ineens dat Voldemort daarna nog op Zweinstein is geweest om te solliciteren naar een baan als professor, en denkt dat Voldemort dat bezoek waarschijnlijk heeft gebruikt om de diadeem weer op Zweinstein te verstoppen. Dan schiet hem ineens te binnen dat hij de diadeem heeft zien liggen in een kast in de Kamer van Hoge Nood toen hij daar zijn Toverdrankenboek wilde verstoppen, en gaat op zoek. In de Kamer treft hij echter Draco Malfidus, Karel Kwast en Vincent Korzel aan, die hem aanvallen. Korzel gebruikt Duivelsvuur, een bijzonder zwarte kunst, en vernietigt onbedoeld de diadeem. Hij komt zelf in het gevecht om het leven, Kwast en Draco komen zelf in de problemen door het vuur, Kwast wordt gered door Hermelien en Draco tot zijn grote verbazing door Harry. Wanneer Harry weer de gedachten van Voldemort ziet merkt hij dat die zich in het Krijsende Krot bevindt, en dat Sneep bij hem is. Harry gaat er samen met Ron en Hermelien naartoe maar blijft in de tunnel, uit het zicht van Voldemort. Hij hoort en ziet dat Sneep door Voldemort wordt gedood omdat Voldemort denkt op die manier de rechtmatige eigenaar van de Zegevlier (de toverstok uit het kinderverhaal) te worden. Voldemort gebiedt zijn slang Nagini Sneep te doden. Wanneer Sneep is gebeten verdwijnt Voldemort uit het zicht en kruipt Harry naar Sneep toe, die Harry nog net voor hij sterft kan toefluisteren dat hij hem aan moet kijken en zijn gedachten op moet vangen. Hij vangt ze op in een flesje en gaat ermee terug naar Zweinstein. Hij gaat naar de kamer van Perkamentus en leegt het flesje in de Hersenpan. Wanneer hij de gedachten van Sneep ziet komt hij erachter dat Sneep zijn leven lang van Lily Potter, Harry's moeder, heeft gehouden. Vanwege haar dood heeft hij Perkamentus beloofd haar zoon te beschermen. Sneep was dus al die tijd één van "de goeden" en heeft zijn leven opgeofferd voor Perkamentus en Lily. Hij heeft Perkamentus op diens verzoek gedood. Dit was omdat hij ten dode opgeschreven was door een combinatie van het vernietigen van het gruzielement "de ring" én het drinken van het water toen hij met Harry op zoek was in de grot naar het medaillon. Net als Lily heeft zijn patronus de vorm van een hinde (een vrouwtjeshert), het is die patronus die Harry heeft geholpen in het Donkere Bos. Ook hoort Harry een gesprek tussen Perkamentus en Sneep waarin duidelijk wordt dat Harry's litteken ook een Gruzielement is. Hij zal dus moeten worden gedood door Voldemort en niet andersom, anders blijft er één Gruzielement leven en is Voldemort niet onherroepelijk dood. Harry besluit Voldemort zelf op te zoeken. Die bevindt zich inmiddels in het Verboden Bos, omringd door Dooddoeners. Voordat Harry ze onder ogen komt besluit hij echter de Snaai te openen die hij van Perkamentus had geërfd. De magische steen, één van de Relieken, blijkt erin te zitten. Hij draait de steen drie keer om en wordt dan omringd door zijn moeder, zijn vader, Sirius Zwarts en Remus Lupos. Hij vraagt hen of het pijn doet om dood te gaan en wordt gerustgesteld. Hagrid is vastgebonden aan een boom en overziet het geheel. Harry gaat tegenover Voldemort staan en die spreekt de Avada Kedavra-vloek uit. Hij denkt hiermee Harry gedood te hebben maar de vloek vernietigt enkel het in Harry aanwezige gruzielement. Harry valt op de grond en komt terecht in een soort droom. Hij is op een station waar een wezen onder een stoel ligt - J.K. Rowling zegt later dat dat Voldemort zelf is - en Perkamentus legt hem uit wat hij moet doen om Voldemort voorgoed te vernietigen. Harry komt langzaam weer bij in het bos maar houdt zich dood, en Voldemort is ervan overtuigd dat hij dood is. Hagrid wordt door Voldemort gedwongen om Harry terug te dragen uit het Verboden Bos. De dooddoeners en Voldemort volgen, ervan overtuigd dat ze gewonnen hebben. Voldemort roept iedereen in Zweinstein te aanschouwen dat Harry dood is. Maar Marcel Lubbermans komt naar voren en weet Nagini te doden, het laatste Gruzielement. Molly Wemel doodt in een hevig gevecht Bellatrix van Detta. Wanneer Voldemort vervolgens dreigt Molly Wemel te doden grijpt Harry in en ziet iedereen dat hij nog leeft. Harry en Voldemort staan opnieuw tegenover elkaar, maar nu zijn er geen Gruzielementen meer over en is Voldemort dus sterfelijk. Net zoals in deel vier spreken Voldemort en Harry tegelijkertijd respectievelijk de Avada Kedavravloek en de Expelliarmusspreuk uit. Omdat Voldemort echter niet de rechtmatige eigenaar is van de Zegevlier, kaatst de Doodsvloek terug op hemzelf, waardoor hij sterft. Voldemort is nu definitief verslagen. Harry neemt de Zegevlier mee en gebruikt hem om zijn oude toverstok te repareren, maar besluit daarna om de Zegevlier terug te leggen in de witte tombe van de vorige eigenaar Albus Perkamentus, omdat de stok te gevaarlijk is. Het boek eindigt met een epiloog waarin wordt verhaald hoe het de hoofdpersonen negentien jaar later vergaat. De lezer treft hen op perron 9 3/4 in Londen waar de Zweinsteinexpres op het punt van vertrekken staat. Harry en Ginny zijn getrouwd en hebben drie kinderen, James, Albus en Lily. Ron is getrouwd met Hermelien, zij hebben twee kinderen, Roos en Hugo. Bill en Fleur hebben een dochter, Victoire, die verkering heeft met Teddy Lupos, de zoon van Remus en Nymphadora Tops, die tevens het peetkind is van Harry. Ook Draco Malfidus is getrouwd en heeft een zoon, Scorpius Malfidus. Allen treffen elkaar weer als ze hun kinderen naar de Zweinsteinexpres brengen. Marcel Lubbermans is inmiddels leraar Kruidenkunde geworden op Zweinstein.